Reely ARF 1850 mm AM500 データシート

製品コード
AM500
ページ / 68
64


10. Invliegen van het model
Nadat u het zwaartepunt, de werking van de motor en de richting van de roerbewegingen gecontroleerd heeft, is uw model klaar voor de eerste vlucht. Wij
adviseren om in ieder geval contact op te nemen met een ervaren modelpiloot of een modelbouwvereniging bij u in de buurt te zoeken wanneer u met het
invliegen van een vliegmodel niet vertrouwd bent.
a) Test van de reikwijdte
Vóór de eerste start moeten de vliegaccu en eventueel geplaatste zendaccu´s  volgens de instructies van de fabrikant opgeladen worden. Doe op het vliegterrein
eerst een test van de reikwijdte van de afstandsbediening. Stel hiervoor de zender en vervolgens de ontvanger in werking. Controleer het bereik volgens de
instructies van de gebruiksaanwijzing van uw afstandsbediening.
b) De eerste start
Bij een correcte montage zal het model na een korte rolfase en een korte hoogteroeruitslag in een vlakke hoek snel omhoog opstijgen. Let bij het vliegen altijd
op een voldoende vliegsnelheid. Vlieg daarom in het begin met voldoende veiligheidshoogte om aan het besturingsgedrag van het model te kunnen wennen.
Om ervoor te zorgen dat de eerste landing ook probleemloos verloopt, dient u eerst meerdere keren op een veilige hoogte en ook tegen de wind in, door het
verlagen van de vliegsnelheid (motorvermogen verlagen) en het gelijktijdig aanhouden van de hoogte, „het overtrekken“ van het model uit te proberen. Het
behalen van deze grenssituatie is voor de latere landing een waardevol kenmerk voor de keuze van de landingssnelheid.
c) Intrimmen van het model
Wanneer uw model bij een rechte vlucht telkens naar één kant trekt, corrigeer dan tijdens het vliegen met behulp van de trimming de noodzakelijke neutrale
positie van de betreffende roeren. Na de landing moet echter in elk geval de oorzaak voor de noodzakelijke trimming worden gevonden en gecorrigeerd (vb.
neerwaatse motorneiging). Meet hiervoor uw model (vb. vleugelstelling, motorneiging, etc.) opnieuw en corrigeer in overeenstemming met de meetresultaten.


11. Onderhoud en verzorging
Controleer regelmatig de roersturingen en de stuurfuncties van de servo’s van uw model. Alle beweegbare onderdelen moeten gemakkelijk kunnen bewegen,
maar mogen geen speling in de lagers vertonen.
Reinig de buitenkant van de model uitsluitend met een zachte, licht vochtige doek. U mag in geen geval agressieve reinigingsproducten of chemische oplosmiddelen
gebruiken omdat hierdoor het oppervlak beschadigd kan worden.
Belangrijk!
Indien u beschadigde of versleten onderdelen moet vervangen, gebruik dan alleen originele reserveonderdelen.
De reserveonderdelenlijst vindt u op onze internetpagina www.conrad.com in het downloadgedeelte van het betreffende product.
U kunt de reserveonderdelenlijst ook telefonisch aanvragen. De contactgegevens vindt u aan het begin van deze gebruiksaanwijzing in het hoofdstuk „Inleiding“.