Reely ARF 1640 mm 8622A データシート

製品コード
8622A
ページ / 84
69
b) Montage van vleugelservo’s
Het model is bovenop de rolroeren met landingskleppen uitgerust. Er moeten daarom vier vleugelservo’s worden ingebouwd. De montage van de
vleugelservo’s is identiek bij rolroeren en landingskleppen. Alleen de stuurstangen zijn bij de landingskleppen korter. Voor het uitsnijden van de
folie bij de servohouders raden wij u aan om de vleugels op deze plaats nogmaals te strijken.
Zoek de servoschachtdeksels in de buurt van het middel van elke
vleugelhelft aan de onderkant van de vleugels. Snijd deze omgeving
met een cuttermes voorzichtig uit.
In de servoschachtdeksels moeten ook de langsgleuven voor de
stangen worden gesneden (pijlen in afbeelding 2).
Maak voor de rolroer- en landingsklepservo’s geschikte verlengkabels
aan. Hierbij geeft u omwille van veiligheidsredenen de voorkeur aan
het vastsolderen van de servokabels met de verlengkabels (in de plaats
van insteekbare verlengkabels).
De verlengde servokabels voet u in de servoschacht in en bij de ribben
van de vleugelconstructie aan de onderzijde van de vleugel opnieuw
uit (afbeelding 1, pos. 4).
Daarna kunnen de servo’s in de servohouders van de servoschacht-
deksels worden ingebouwd en de roerhoorns in de rechterhoek wor-
den geplaatst.
Hiervoor moeten telkens twee hardhouten blokken uit de leverings-
omvang zodanig op de servoschachtdeksel worden gekleefd dat de
roerhoorn van de servo in het midden uit de langsgleuven uitsteekt.
De servo’s worden op de hardhouten blokken met passende schroeven
uit de leveringsomvang van de servo’s bevestigd (afbeelding 2,
pos. 1).
De servoschachtdeksels worden op een later tijdstip na het voltooien van alle werken met vier zelfsnijdende schroeven 1,5 x 6 mm vastgeschroefd (afbeelding
2, pos. 2).
c) Montage van de roerhoorns aan de rolroeren en landingskleppen
Teken in een rechte lijn van de roerhoorn van de servo gemeten, de montageplaats van roerhoorn aan de rolroeren en landingskleppen aan afbeelding 3, pos.
1). Boor met een passende boor de overeenkomstige gaten. De roerhoorns kunnen nu met schroeven M1,5 x 20 mm en de tegenplaat aan de rolroeren en
landingskleppen worden gemonteerd (afbeelding 3, pos. 2). De bovenstaande schroeven op de rolroeren en landingskleppen moeten worden ingekort.
Om te vermijden dat de boorgaten uitbreken, moet u langzaam, in een rechte hoek en met een hardhouten ondergrond als tegenlager boren. Voor
optimale resultaten raden wij aan met een tegenlager van 0,1 mm te boren.
d) Montage van de rolroer- en landingskleppenbesturing
Maak met de stangen uit de bouwset passende stuurstangen en verbind
deze met de roerhoorns van de servo’s.
De lengte van de stuurstangen voor de rolroeren moet bij neutrale
kleppenpositie en bij een verticaal uit het servoschachtdeksel uit-
stekende servoroerhoorn worden ingemeten (afbeelding 3, pos. 3).
De lengte van de stuurstangen voor de landingskleppen moet bij neu-
trale kleppenpositie en een in een hoek van 25° tot 30° t.o.v. de
landingsklep afgestelde servoroerhoorn worden ingemeten (afbeelding
3, pos. 4). Daarom zijn de stuurstangen van de landingskleppen een
beetje korter dan de stangen van de rolroeren.
Afbeelding 2
Afbeelding 3