Reely 4WD RtR 2.4 GHz QCO10E4W122EV60R02 データシート

製品コード
QCO10E4W122EV60R02
ページ / 100
92
11.    Onderhoud en reiniging
a) Algemeen
Voor het reinigen of het onderhoud moet de rijregelaar worden uitgeschakeld en moet de rijaccu volledig van de 
rijregelaar worden losgekoppeld. Indien u met het voertuig hebt gereden, laat u alle onderdelen (bijv. motor, rijregelaar 
enz.) eerst volledig afkoelen.
Verwijder na het rijden stof en vuil van het gehele voertuig. Gebruik bijv. een langharige schone kwast en een stofzu-
iger. Sprays met perslucht kunnen ook zeer nuttig zijn.
U mag geen reinigingssprays of gewone schoonmaakmiddelen gebruiken. Hierdoor kan de elektronica beschadigd
raken en bovendien leiden dergelijke middelen tot verkleuringen aan de kunststof onderdelen of de carrosserie.
Was het voertuig nooit met water af, vb. met een hogedrukreiniger. Dit vernielt de motor, de rijregelaar en ook de 
ontvanger. Het voertuig mag niet vochtig of nat worden!
Voor het schoonvegen van de carrosserie kunt u een zachte en licht vochtige doek gebruiken. Wrijf niet te hard. 
Anders ontstaan krassen of wordt de lak beschadigd.
b) Voor, resp. na elke rit
Door de trillingen van de motor en schokken tijdens het rijden, kunnen er onderdelen en schroefverbindingen losraken. 
Controleer daarom voor, resp. na elke rit de volgende posities:
•  Vaste zit van de wielmoeren en alle schroefverbindingen van het voertuig
•  Bevestiging van rijregelaar, in-/uitschakelaar, ontvanger
•  Vastkleven van de banden op de velgen, resp. toestand van de banden
•  Bevestiging van alle kabels (deze mogen niet in bewegende delen van het voertuig raken)
 Kijk bovendien het voertuig vóór, resp. na elk gebruik na op beschadigingen. Indien u beschadigingen
vaststelt, mag u het voertuig niet gebruiken of in gebruik nemen.
 
Als versleten voertuigonderdelen (vb. banden) of defecte voertuigonderdelen (vb. een gebroken draagarm) 
moeten worden vervangen, dan mag u enkel originele vervangonderdelen gebruiken. 
c) Tandflankenspeling instellen
De  afstand  tussen  motorritsel  (A)  en  hoofdtandwiel  (B) 
moet zo klein mogelijk zijn, zonder dat daarbij de tandwie-
len te strak lopen.
Hoe bereikt men dit?
Maak de beide bevestigingsschroeven van de motor een
klein beetje los. Schuif dan de motor met de motorritsel 
met zachte druk in de richting van het hoofdtandwiel.
Het motorritsel en het hoofdtandwiel moeten nu zonder 
speling in elkaar grijpen. Dit is echter voor de levensduur 
van de tandwielen niet optimaal!
A
B