Reely 4WD RtR 2.4 GHz GSC4283BBDGOG. データシート

製品コード
GSC4283BBDGOG.
ページ / 116
98
f) Rijregelaar inschakelen
•  Indien dit nog niet is gebeurd, brengt u de gas-/remhendel in de neutrale positie. Laat de gas-/remhendel los en 
beweeg deze niet meer.
•  Zet de trimming voor de rijfunctie in de middelste stand. 
•  Schakel de rijregelaar in door de schuifschakelaar (zie afbeelding in hoofdstuk 9. e) in de stand „ON“ te zetten. 
Wacht dan een paar seconden, de rijregelaar kalibreert zich nu op de neutrale positie van uw zender, de LED 
knippert snel groen/rood. Na een melodiesignaal licht de LED permanent groen op.
  Als de LED niet groen oplicht, maar groen knippert, is de neutrale positie op de zender niet correct. Zet de 
rijregelaar uit. Controleer dan de instelling van de trimming voor de rijfunctie op de zender (in de middelste 
stand brengen), laat de gas-/remhendel los. Schakel dan de rijregelaar opnieuw in.
•  Controleer nu de aandrijf- en stuurfuncties van het voertuig.
•  Voor een programmering van de rijregelaar let u bitte op hoofdstuk 11.
  Belangrijk! 
 
Stel het correcte accutype aan de rijregelaar in (NiMH, LiFe, LiPo), zie hoofdstuk 11.
 
Bij een verkeerd ingesteld accutype kan het bij LiPo-/LiFe-accu‘s tot een diepontlading komen, wat de accu 
vernietigt.
•  De LED op de rijregelaar licht in de neutrale stand groen op. Bij vooruit rijden knippert de LED snel rood of licht 
permanent rood op bij „volgas vooruit“. Bij achteruit rijden knippert de LED langzaam rood of licht permanent rood 
op bij „volgas achteruit“.
g) Carrosserie opzetten en bevestigen
Geleid het antennebuisje vanaf de onderzijde van de carrosserie door de overeenkomstige opening. Plaats nu de 
carrosserie op de houders en beveilig deze met de in het begin verwijderde carrosserieclips.
h) Voertuig besturen
Bedien de gas/remhendel op de zender voor de rijfunctie enkel heel voorzichtig en rijd in het begin niet te snel tot u 
vertrouwd bent met de reacties van het voertuig op de bediening. Maak geen plotselinge of snelle bewegingen met 
de bedieningselementen van de zender.
Richt de antenne van de zender nooit rechtstreeks op het voertuig aangezien dit de reikwijdte sterk vermindert. De 
grootste reikwijdte bereikt u als de antenne van de zender en het voertuig telkens recht staat en parallel tegenover 
elkaar ligt.
Als het voertuig de neiging heeft om naar links of rechts te trekken, moet u de trim voor de besturing overeenkomstig 
instellen op de zender.
Bij het wisselen tussen vooruit- en achteruitrijden, dient de gas/remhendel zich kort (ca. 1 seconden) in de neutraal-
stand te bevinden. (neutrale stand = hendel loslaten, niet bewegen). Als de gas-/remhendel direct zonder pauze van 
vooruit- naar achteruitrijden wordt getrokken, wordt het voertuig afgeremd (het voertuig rijdt NIET achteruit). 
Als de rijaccu leeg is, wacht u tenminste 5 - 10 minuten voor de volgende rit tot de motor en de rijregelaar voldoende 
zijn afgekoeld. Start pas daarna een nieuwe rit met een volle rijaccu.