Reely 4WD RtR 2.4 GHz FS13605 データシート

Het terugzetten van de rijregelaar is niet mogelijk wanneer deze zich in de programmeermodus bevindt.

• Plaats het voertuig op een geschikte ondergrond, zodat de wielen vrij kunnen draaien. Neem de aandrijving van het

voertuig niet vast; houd het voertuig niet aan de wielen vast.

Onmiddellijk na de reset loopt de motor aan, aangezien ook de neutrale stand en de volgasstand voor
vooruit-/achteruitrijden werden teruggezet.

• Controleer de schakelinstelling van de aan-/uitschakelaar van de rijregelaar en breng deze in de stand „OFF“

(uitgeschakeld = schuifschakelaar van de set-uptoets wegschuiven).

• Schakel de zender in indien dit nog niet is gebeurd. Controleer zijn werking (vb. bedrijfsweergave van de zender).

• Plaats de schakelaar voor de ontvangervoedingsspanning in de positie „OFF“ (uitgeschakeld).

• Sluit de ontvangervoedingsspanning aan.

• Plaats de schakelaar voor de ontvangervoedingsspanning in de positie „ON“ (ingeschakeld).

• Sluit een volledig opgeladen 6-cellige LiPo-accu (nominale spanning 22,2 V) op de rijregelaar aan. Let op de juiste

polariteit (plus/+ = rode kabel, min/- = zwarte kabel).

Ga daarbij te werk zoals beschreven in hoofdstuk 8. e) of 5 b). Eerst moet de tweepolige accusteekverbinding
worden gemaakt en daarna moet de steekverbinding in de rode accukabel worden verbonden.

Als u dit niet in acht neemt, kan het o.m. bij het aansteken van de rijaccu tot een lichtboog komen. Dit leidt
niet alleen tot schade aan de accusteekverbinder, maar evt. ook tot een defecte rijregelaar. Verlies van
aansprakelijkheid/garantie!

• Schakel de rijregelaar in en wacht een paar seconden. De rijregelaar bevindt zich nu in de normale bedrijfsstand,

het voertuig is bestuurbaar (sturen, vooruit-/achteruitrijden).

• Houd nu de set-uptoets gedurende ca. 3 seconden ingedrukt en dan knipperen de rode en groene LED’s

gemeenschappelijk. Laat nu dan de toets weer los.

Nu zijn alle programmeringen van de rijregelaar naar de fabrieksinstellingen teruggezet.

Aangezien ook de neutrale stand en de volgasstand voor vooruit- en achteruitrijden werden teruggezet,
loopt nu in de regel de motor aan!

Voer nu ook zoals al in hoofdstuk 10. a) beschreven de programmering van de neutrale stand en de
volgasstand voor vooruit- en achteruitrijden uit.