Reely 1:10 RC model car Electric Truggy FS-53328-6 ユーザーズマニュアル

製品コード
FS-53328-6
ページ / 160
145

8. Ophanging instellen
Na de samenbouw moet de ophanging nog worden afgesteld.
De nadere toelichting van het verband tussen de chassis-instellingen en het rijgedrag is evenwel zeer complex en zou
het kader van deze handleiding te buiten gaan. Wij bespreken daarom alleen de ter beschikking staande
instelmogelijkheden.
Voor meer informatie verwijzen wij u naar de betreffende vaktijdschriften en vakboeken die over dit onderwerp zijn
verschenen.
a) Wielvlucht instellen
De wielvlucht kenmerkt de hoek van de wielen t.o.v. de verticale as.
Negatieve wielvlucht
Positieve wielvlucht
(bovenzijde wielen wijst naar binnen)
(bovenzijde wielen wijst naar buiten)
De instelling van de wielen op de beide afbeeldingen boven is overdreven weergegeven, om het verschil
tussen negatieve en positieve wielvlucht aan te geven. Voor de afstelling van het modelvoertuig mogen
deze extreme instellingen niet worden overgenomen!
Negatieve wielvlucht aan de voorwielen verhoogt de dwarsstabiliteit van de wielen in bochten, de besturing reageert
directer, de stuurkrachten worden kleiner. Tegelijkertijd wordt het wiel in de asrichting op de fusee gedrukt. Daarmee
wordt de axiale lagerspeling uitgeschakeld, het rijgedrag wordt rustiger.
Negatieve wielvlucht aan de achterwielen vermindert de neiging van de achterkant van het voertuig om in bochten te
oversturen.
Positieve wielvlucht daarentegen vermindert de zijdelingse houdkracht van de banden; ze mag niet worden gebruikt.
Houd voor de instelling rekening met hoofdstuk 8. c.
De instelling gebeurt een de vooras door versraaien van de bovenste/onderste kogelkopschroeven. Hiervoor moet
voordien ev. het wiel worden weggenomen. Let er op, dat de draad van de kogelkopschroeven minstens voor zowat 2/
3 in de wieldraagarm ingedraaid blijft.
Op de achteras gebeurt de instelling door verdraaien van de bovenste wieldraagarm. Omdat de instelschroef van de
bovenste wieldraagarm telkens linkse en rechtse draad heeft, moet de wieldraagarm hiervoor niet worden uitgebouwd.