Reely RC model speedboat ARR 1220 mm BL055A データシート

製品コード
BL055A
ページ / 88
73
b) Ontvanger inbouwen en aansluiten
• Sluit de vaarregelaar aan kanaal 2 van de ontvanger aan. Raadpleeg hiervoor de voorschriften in de handleiding
van de afstandsbediening.
• Kleef de ontvanger met een stukje dubbelzijdig kleefband (vb. servotape) of een strookje klittenband binnen aan de
zijkant van de RC-box.
Als in de ontvangeraansluitleiding van de vaarregelaar magneetkernen zijn gewikkeld, dienen ze voor de
ontstoring en moeten ze zo dicht mogelijk bij de ontvangerstekker zijn geplaatst.
Losse kabels moeten met een kabelbinder worden samengebonden opdat ze tijdens het varen niet in de
roerbesturing van de servo zouden raken.
c) Ontvangstantenne monteren
Naargelang de gebruikte afstandsbediening (27, resp. 40 MHz of 2,4 GHz) moet u overeenkomstig de voorschriften
van de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening, de ontvanger op de RC-plaat monteren. In afbeelding 1, pos. 3
ziet u een mogelijk montageplaats voor een 2,4 GHz-afstandsbediening. Voor de montage van de ontvangstantenne
neemt u de volgende opmerkingen in acht.
Moderne afstandsbedieningen met de 2,4 GHz-techniek hebben op de zender en ontvanger slechts korte
antennes nodig voor een betrouwbaar gebruik. Als ontvangstantenne zelf zijn slechts de weinige centimeters
die niet geïsoleerd zijn, van belang. De rest van de antennekabel dient als leiding/verlenging om vb. een
antenne uit een romp te kunnen voeren.
Voor een veilige ontvangst volstaat het dat de laatste drie centimeter van de ontvangstantenne in de romp
vb. met een kort, in de RC-box gekleefd stuk Bowden-buisje verticaal in de RC-box wordt geplaatst (afbeelding
1, pos. 4).
Gebruikt u een 27, resp. 40 MHz-afstandsbediening, dan raden wij u ten zeerste aan, de ontvangstantenne
met een Bowden-buisje voldoende lang uit de scheepsromp verticaal naar boven te voeren, in
overeenstemming met uw eigen afmetingen.
Belangrijk!
Het bereik van de afstandsbediening kan bij een foutief geplaatste ontvangstantenne (de antenne ligt vb.
alleen in de scheepsromp) drastisch worden verkort. In dit geval is het model niet meer bestuurbaar. Controleer
voor elke vaart de correcte positie van de ontvangstantenne.
d) Scheepsschroef controleren
Controleer de scheepsschroef en haar contramoeren voor elke vaart op haar vaste zitting en beschadigingen. Een
beschadigde scheepsschroef moet voor het uitvaren worden vervangen. Indien u dit niet in acht neemt, kan het
gebeuren dat de scheepsschroef tijdens de werking ongewild loskomt of breekt. Hierbij bestaat het gevaar voor
verdere schade aan uw model. Bovendien kan uw model niet meer bestuurd worden.
In verband met de scheepsschroef neemt u ook de verdere informatie in het hoofdstuk „Scheepsschroef vervangen“
in acht.
Waarschuwing!
De scheepsschroef heeft zeer scherpe randen en kan tijdens het hanteren, vervangen of gebruik verwon-
dingen en/of materiële schade veroorzaken!