Xerox 2101 ST Digital Copier/Printer 전단
2
2-13
Een bepaalde server of verschillende Fiery EX2101-servers* controleren
Een bepaalde server of verschillende Fiery EX2101-
servers* controleren
servers* controleren
In Command WorkStation kunt aangeven dat in het venster Actieve taken, het venster
Taken en in de activiteitenmonitor taakgegevens worden weergegeven voor een enkele
Fiery EX2101 of voor alle aangesloten Fiery EX2101-servers.
Taken en in de activiteitenmonitor taakgegevens worden weergegeven voor een enkele
Fiery EX2101 of voor alle aangesloten Fiery EX2101-servers.
D
E
F
IERY
EX2101
OPGEVEN
DIE
OP
DIT
MOMENT
WORDT
GECONTROLEERD
1.
Klik op de pijl in het menu Serverselectie van het venster Actieve taken, het venster
Taken of de activiteitenmonitor.
Taken of de activiteitenmonitor.
Er wordt een lijst met de namen van alle aangesloten Fiery EX2101-servers
weergegeven.
weergegeven.
2.
Als u de taken voor een bepaalde Fiery EX2101 wilt weergeven, selecteert u de
Fiery EX2101 in de lijst. Als u de taken voor alle aangesloten servers van de
Fiery EX2101 wilt weergeven, selecteert u de optie Alle servers.
Fiery EX2101 in de lijst. Als u de taken voor alle aangesloten servers van de
Fiery EX2101 wilt weergeven, selecteert u de optie Alle servers.
De afdruktaken voor de geselecteerde Fiery EX2101-servers worden weergegeven.
De grafische interface aanpassen
Command WorkStation en Command WorkStation LE hebben een zeer flexibele
interface. Zo kunt u onderdelen van de interface weergeven, verbergen, opnieuw
schikken of dokken. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat u slechts enkele onderdelen
nodig hebt of dat u het handiger vindt bepaalde onderdelen naast elkaar weer te geven
in plaats van onder elkaar. In Command WorkStation kunt u kiezen uit drie vooraf
ingestelde soorten opmaak.
interface. Zo kunt u onderdelen van de interface weergeven, verbergen, opnieuw
schikken of dokken. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat u slechts enkele onderdelen
nodig hebt of dat u het handiger vindt bepaalde onderdelen naast elkaar weer te geven
in plaats van onder elkaar. In Command WorkStation kunt u kiezen uit drie vooraf
ingestelde soorten opmaak.
U kunt ook de weergave van taaklabelinformatie in de vensters Actieve taken en
Taken aanpassen. Zie
Taken aanpassen. Zie
voor meer informatie.
Opmaakstijlen gebruiken*
In Command WorkStation kunt u kiezen uit drie vooraf gedefinieerde en drie
aanpasbare opmaakstijlen. Wanneer u de opdracht voor een opmaakstijl kiest,
wordt de weergave bijgewerkt met een specifieke ordening van onderdelen.
aanpasbare opmaakstijlen. Wanneer u de opdracht voor een opmaakstijl kiest,
wordt de weergave bijgewerkt met een specifieke ordening van onderdelen.