Xerox Phaser EX7750 전단
3
3-4
ColorWise Pro Tools
Het slotpictogram
links van een profielnaam geeft aan dat het profiel niet kan
worden verwijderd en alleen kan worden bewerkt als het profiel vervolgens onder
een nieuwe naam wordt opgeslagen. Alleen simulatie- en uitvoerprofielen kunnen
worden bewerkt.
een nieuwe naam wordt opgeslagen. Alleen simulatie- en uitvoerprofielen kunnen
worden bewerkt.
Een klein pictogram vóór een profielnaam geeft het standaardprofiel voor elke
categorie aan (RGB-bron, Simulatie en Uitvoer). Als u een ander profiel als
standaardprofiel instelt, wordt het pictogram weergegeven naast het nieuwe
standaardprofiel. Het pictogram dat de standaard RGB-bronprofielen en de
uitvoerprofielen aangeeft, ziet eruit als een schietschijf
categorie aan (RGB-bron, Simulatie en Uitvoer). Als u een ander profiel als
standaardprofiel instelt, wordt het pictogram weergegeven naast het nieuwe
standaardprofiel. Het pictogram dat de standaard RGB-bronprofielen en de
uitvoerprofielen aangeeft, ziet eruit als een schietschijf
. Het pictogram
dat het standaard simulatieprofiel aangeeft, verandert afhankelijk van de
instelling voor RGB-scheiding, Simulatie (
instelling voor RGB-scheiding, Simulatie (
) of Uitvoer (
).
2.
Selecteer het profiel dat u standaard wilt gebruiken voor een profieltype
en klik op Profielinstellingen.
en klik op Profielinstellingen.
3.
Klik in het dialoogvenster Profielinstellingen op Standaard en vervolgens
op Toepassen.
op Toepassen.
4.
Klik op OK.
In het hoofdvenster van Profile Manager wordt het schietschijfpictogram weergegeven
naast het nieuwe standaardprofiel dat u hebt opgegeven.
naast het nieuwe standaardprofiel dat u hebt opgegeven.
5.
Herhaal stap 2 tot en met 4 voor elk profieltype.
Als geen standaardprofiel is ingesteld voor RGB-bron, wordt de afdrukoptie RGB-bron
ingesteld op Geen. Als geen standaardprofiel is ingesteld op Simulatie, wordt de
afdrukoptie CMYK-simulatie ingesteld op Geen. Zie
ingesteld op Geen. Als geen standaardprofiel is ingesteld op Simulatie, wordt de
afdrukoptie CMYK-simulatie ingesteld op Geen. Zie
voor meer
informatie over afdrukopties.
Het uitvoerprofiel heeft altijd een standaardprofiel. U kunt het standaard uitvoerprofiel
wijzigen door een vooraf ingesteld profiel te selecteren dat u als standaardprofiel wilt
gebruiken en vervolgens op Profielinstellingen te klikken. U kunt ook een nieuw
standaardprofiel maken en onder een nieuwe naam opslaan. Selecteer hiervoor een
vooraf ingesteld profiel en geef de gewenste kalibratieset op in de vervolgkeuzelijst
Kalibratieset gebruiken. Typ vervolgens een nieuwe naam in het vak
Profielbeschrijving.
wijzigen door een vooraf ingesteld profiel te selecteren dat u als standaardprofiel wilt
gebruiken en vervolgens op Profielinstellingen te klikken. U kunt ook een nieuw
standaardprofiel maken en onder een nieuwe naam opslaan. Selecteer hiervoor een
vooraf ingesteld profiel en geef de gewenste kalibratieset op in de vervolgkeuzelijst
Kalibratieset gebruiken. Typ vervolgens een nieuwe naam in het vak
Profielbeschrijving.