Fujifilm FinePix SL1000 Series 사용자 매뉴얼
86
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
• t AF-VELD KEUZE: Het
scherpstelveld kan handmatig
worden geselecteerd met de
keuzeknop omhoog, omlaag,
links of rechts. Wanneer het
scherpstelframe zich in de gewenste positie
bevindt, drukt u op MENU/OK. Selecteer deze optie
om nauwkeurig te kunnen scherpstellen wanneer
de camera op een statief staat. Let wel, de belich-
ting wordt ingesteld op het onderwerp in het
midden van het scherpstelframe; gebruik AF/
AE-vergrendeling om de belichting in te stellen
voor een ander onderwerp (P 39).
worden geselecteerd met de
keuzeknop omhoog, omlaag,
links of rechts. Wanneer het
scherpstelframe zich in de gewenste positie
bevindt, drukt u op MENU/OK. Selecteer deze optie
om nauwkeurig te kunnen scherpstellen wanneer
de camera op een statief staat. Let wel, de belich-
ting wordt ingesteld op het onderwerp in het
midden van het scherpstelframe; gebruik AF/
AE-vergrendeling om de belichting in te stellen
voor een ander onderwerp (P 39).
• u CONTINU AF: De camera stelt voortdurend
scherp op het onderwerp om de focus aan te pas-
sen aan eventuele veranderingen in de afstand
tot het onderwerp, zelfs als de ontspanknop niet
is ingedrukt (let wel, hierdoor worden de batte-
rijen extra belast).
sen aan eventuele veranderingen in de afstand
tot het onderwerp, zelfs als de ontspanknop niet
is ingedrukt (let wel, hierdoor worden de batte-
rijen extra belast).
• x VOLGEN: Positioneer het
onderwerp in het midden
van het scherpstelveld en
druk op de keuzeknop links
om volgen te selecteren.
Het onderwerp wordt voortdurend gevolgd
terwijl het door het kader beweegt.
van het scherpstelveld en
druk op de keuzeknop links
om volgen te selecteren.
Het onderwerp wordt voortdurend gevolgd
terwijl het door het kader beweegt.
F
FILMSCHERPSTELLING
Deze optie bepaalt hoe de camera het scherpstel-
gebied voor films selecteert.
gebied voor films selecteert.
Optie
Beschrijving
r
AF (CENTRUM)
De camera stelt scherp op het on-
derwerp dat zich in het midden van
het frame bevindt.
derwerp dat zich in het midden van
het frame bevindt.
u
CONTINU AF
De camera past constant de scherp-
stelling aan om wijzigingen in de
afstand tot de onderwerpen dicht
bij het midden van het beeld weer
te geven.
stelling aan om wijzigingen in de
afstand tot de onderwerpen dicht
bij het midden van het beeld weer
te geven.
A
Hierbij moet worden opgemerkt, dat u de stand u de ca-
mera de scherpstelling continu aanpast, waardoor de bat-
terij extra wordt belast. Bovendien kan het voortdurend
scherpstellen van de camera geluid maken.
mera de scherpstelling continu aanpast, waardoor de bat-
terij extra wordt belast. Bovendien kan het voortdurend
scherpstellen van de camera geluid maken.
J
AE BKT EV-STAPPEN
Hiermee bepaalt u de intervalwaarde voor de
belichtingstrap wanneer de stand O (AE BKT.) als
continustand is geselecteerd (P 50).
U heeft keuze uit ±
belichtingstrap wanneer de stand O (AE BKT.) als
continustand is geselecteerd (P 50).
U heeft keuze uit ±
1
/
3
EV, ±
2
/
3
EV en ±1 EV.
OK
ANNULEREN
KIES AF VELD
START ZOEKEN
P
250
PROGRAMMA SHIFT
F3. 1