Brother HL-1850 사용자 가이드
HOOFDSTUK 9 LAT-NETWERK CONFIGUREREN
9-7
DECprint Supervisor configureren
Als u de Brother-afdrukserver wilt gebruiken met DECprint Supervisor-software,
hebt u de optie DCPS-Open nodig om Brother-printers te ondersteunen (u moet
wellicht ook de DCPS-apparaatbeheermodules en de instelling van de wachtrij
wijzigen, zodat ook "niet-herkende" printers gebruikt kunnen worden). U mag de
opdracht SET SERVICE RECEIVE niet gebruiken, omdat voor DCPS
bidirectionele communicatie nodig is.
De afdrukserver werkt onder ULTRIX ongeveer op dezelfde manier als met
VMS: u maakt een LAT-toepassingspoort en koppelt daar een wachtrij aan (houd
er rekening mee dat ULTRIX ook met TCP/IP geconfigureerd kan worden - zie
hoofdstuk 2). Voor deze procedure, die hieronder wordt besproken, hebt u
systeembeheerderprivileges nodig.
hebt u de optie DCPS-Open nodig om Brother-printers te ondersteunen (u moet
wellicht ook de DCPS-apparaatbeheermodules en de instelling van de wachtrij
wijzigen, zodat ook "niet-herkende" printers gebruikt kunnen worden). U mag de
opdracht SET SERVICE RECEIVE niet gebruiken, omdat voor DCPS
bidirectionele communicatie nodig is.
De afdrukserver werkt onder ULTRIX ongeveer op dezelfde manier als met
VMS: u maakt een LAT-toepassingspoort en koppelt daar een wachtrij aan (houd
er rekening mee dat ULTRIX ook met TCP/IP geconfigureerd kan worden - zie
hoofdstuk 2). Voor deze procedure, die hieronder wordt besproken, hebt u
systeembeheerderprivileges nodig.
1. Controleer op een LAT-compatibele terminalserver eerst of LAT werkt:
typ de opdracht SHOW NODE of SHOW SERVICE. Als alles goed is,
ziet u nu de naam van uw ULTRIX-host. Als u niet beschikt over een
terminalserver, voert u de volgende opdracht uit:
ziet u nu de naam van uw ULTRIX-host. Als u niet beschikt over een
terminalserver, voert u de volgende opdracht uit:
lcp
-c
Deze opdracht toont het LAT-verkeer op het netwerk. U moet ten minste een
paar frames verzonden zien worden, daar de ULTRIX-computer regelmatig
berichten over het netwerk verstuurt. Als LAT niet werkt, controleert u eerst de
bekabeling en de configuratie van uw netwerk. Werkt LAT nu nog steeds niet,
dan moet u LAT misschien op uw systeem installeren. Dit is een vrij
ingewikkelde procedure, waarvoor uw kernel opnieuw opgebouwd moet worden;
raadpleeg uw ULTRIX-documentatie voor nadere informatie over deze
procedure.
paar frames verzonden zien worden, daar de ULTRIX-computer regelmatig
berichten over het netwerk verstuurt. Als LAT niet werkt, controleert u eerst de
bekabeling en de configuratie van uw netwerk. Werkt LAT nu nog steeds niet,
dan moet u LAT misschien op uw systeem installeren. Dit is een vrij
ingewikkelde procedure, waarvoor uw kernel opnieuw opgebouwd moet worden;
raadpleeg uw ULTRIX-documentatie voor nadere informatie over deze
procedure.
2. Als u nog geen LAT-apparaten hebt gemaakt, dan moet dat nu gebeuren.
Hiertoe verandert u eerst de standaarddirectory in /dev, waarna u de
opdracht MAKEDEV gebruikt om 16 LAT-apparaten te maken:
opdracht MAKEDEV gebruikt om 16 LAT-apparaten te maken:
cd /dev
MAKEDEV lta0
MAKEDEV lta0