Pentax K-m White 작동 가이드

다운로드
페이지 278
138
De flitser gebruiken
5
Afstand en diafragma bij gebruik 
van de ingebouwde flitser
Wanneer u opnamen maakt met de flitser, moeten richtgetal, diafragma en afstand 
op elkaar zijn afgestemd voor een juiste belichting.
Bereken de opnamecondities en pas deze aan wanneer de flitsintensiteit 
onvoldoende is.
Met de volgende formule berekent u de flitsafstand voor diafragmawaarden.
Maximale flitsafstand L1 = richtgetal ÷ gekozen diafragmawaarde
Minimale flitsafstand L2 = maximale flitsafstand ÷ 5*
* De waarde 5 in de bovenstaande formule is een vaste waarde 
die alleen geldt bij gebruik van de ingebouwde flitser.
Voorbeeld
Bij een gevoeligheid van [ISO 100] en een diafragmawaarde van F2.8
L1 = 11 ÷ 2.8 = ca. 3,9 (m)
L2 = 3,9 ÷ 5 = ca. 0,8 (m)
De flitser kan dus worden gebruikt op een afstand van ca. 0,8 tot 3,9 m.
Wanneer de afstand tot het onderwerp 0,7 meter of minder bedraagt, kan 
de flitser niet worden gebruikt. Gebruik van de flitser binnen deze afstand 
veroorzaakt vignettering in de hoeken van de opname, onevenwichtige 
lichtverdeling en mogelijk overbelichting.
Met de volgende formule berekent u de diafragmawaarde voor de opnameafstand.
Gebruikte diafragmawaarde F = richtgetal ÷ opnameafstand
Voorbeeld
Bij een gevoeligheid van [ISO 100] en een opnameafstand van 3,5 m is de 
diafragmawaarde:
F = 11 ÷ 3,5 = 3.1
Wanneer de uitkomst (in bovenstaand voorbeeld 3.1) niet beschikbaar is als 
diafragmawaarde, wordt meestal het dichtstbijzijnde lagere getal (in bovenstaand 
voorbeeld 2.8) gebruikt.
ISO-gevoeligheid
Richtgetal ingebouwde flitser
ISO 100
Ca. 11
ISO 200
Ca. 15,6
ISO 400
Ca. 22
ISO 800
Ca. 31,1
ISO 1600
Ca. 44
ISO 3200
Ca. 62,2
Berekenen van de opnameafstand op basis 
van de diafragmawaarde
Berekenen van de diafragmawaarde op basis van opnameafstand
e_kb464_84percent.book  Page 138  Wednesday, October 15, 2008  11:38 AM