Sony Z1 Compact 1280-3659 사용자 설명서

제품 코드
1280-3659
다운로드
페이지 132
U kunt op elk moment handmatig instellingen voor internet en berichten op uw
apparaat toevoegen, wijzigen of wissen. Neem voor meer informatie contact op met
uw netwerkexploitant.
Soms moet u een tijdje wachten voordat een mobiele gegevensverbinding actief wordt, met
name als de signaalsterkte zwak en instabiel is. Om de signaalsterkte van uw mobiele netwerk
te verbeteren, moet u naar een open locatie zonder hindernissen of in de buurt van een raam
gaan.
Instellingen voor internet en berichten downloaden
1
Tik in het Startscherm op  .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Internetinstellingen.
3
Tik op Accepteren.   verschijnt in de statusbalk nadat de instellingen zijn
gedownload.
Als de instellingen niet naar uw apparaat kunnen worden gedownload, controleer dan de
signaalsterkte van uw mobiele netwerk. Ga naar een open locatie zonder hindernissen of ga
bij een raam staan en probeer het nogmaals.
Handmatig internetinstellingen toevoegen
1
Tik in het Startscherm op  .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken.
3
Tik op Namen toegangspunten >  .
4
Tik op Naam en vul de naam in voor het netwerkprofiel dat u wilt maken.
5
Tik op APN en vul de naam van het toegangspunt in.
6
Vul alle overige informatie in die vereist is door uw netwerkaanbieder.
7
Als u klaar bent, tikt u op  , en vervolgens op Opslaan.
De huidige APN (Access Point Name, toegangspuntnaam) weergeven
1
Tik in het Startscherm op  .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken.
3
Tik op Namen toegangspunten.
Als er meerdere verbindingen beschikbaar zijn, wordt de actieve netwerkverbinding
aangegeven met een geselecteerde knop  .
Alle instellingen voor internet en berichten verwijderen
1
Tik in het Startscherm op  .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken.
3
Tik op Namen toegangspunten en vervolgens op  .
4
Tik op Standaardinstellingen. Alle internet- en berichtinstellingen worden
verwijderd.
Wi-Fi®
Gebruik Wi-Fi®-verbindingen om op internet te surfen, applicaties te downloaden of e-
mails te verzenden en te ontvangen. Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een Wi-
Fi®-netwerk, onthoudt uw apparaat het netwerk en maakt hier de volgende keer als u
in de buurt bent automatisch verbinding mee.
Bij sommige Wi-Fi®-netwerken moet u inloggen bij een webpagina, voordat u toegang
krijgt. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende Wi-Fi®-
netwerkbeheerder.
De signaalsterkte van Wi-Fi®-netwerken kan variëren. Door dichter naar het Wi-Fi®-
toegangspunt te gaan, wordt het signaal sterker.
Beschikbare Wi-Fi®-netwerken kunnen open of beveiligd zijn:
Open netwerken worden aangeduid met   naast de naam van het Wi-Fi®-netwerk.
Beveiligde netwerken worden aangeduid met   naast de naam van het Wi-Fi®-
netwerk.
Uw apparaat kan uitsluitend verbinding maken met een door de FCC (Federal Communication
Commission) goedgekeurd toegangspunt als er gebruik wordt gemaakt van 5 GHz WLAN voor
28
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.