Reely RtF 322 mm 1086655 사용자 설명서

제품 코드
1086655
다운로드
페이지 104
97
Probeert u in het begin geen te korte bochten te vliegen en let ook in de bochten op een gelijk blijvende vlieghoogte 
en -snelheid. 
  Belangrijk!
Tijdens het sturen brommen de inductieservo‘s luider of stiller. Dit is normaal en fysisch bepaald.
 
De functie van het roer is naast de uitslagweg op de zender ook van het motorvermogen afhankelijk. Hoe 
hoger het motortoerental, hoe korter de bochten die kunnen worden gevlogen.
 
Let op!
 
Let bij het vliegen altijd op een voldoende minimumvliegsnelheid. Bij een verminderd motorvermogen leidt 
een te sterk aan de stuurknuppel van het hoogteroer trekken ertoe dat het model te langzaam wordt en naar 
voren over de punt van de romp of zijdelings over een vleugel kan afglijden. 
 
Vlieg daarom in het begin met voldoende veiligheidshoogte om aan het besturingsgedrag van het model 
te kunnen wennen. Vlieg buiten echter niet te ver weg om te allen tijde de vliegpositie duidelijk te kunnen 
beoordelen.
c) Intrimmen van het model
Wanneer uw model bij een rechte vlucht telkens naar één kant trekt, corrigeer dan met behulp van de trimming de
noodzakelijke neutrale positie van de betreffende roeren. 
Richtingsroer:
Als het model naar links schuift of trekt, drukt u op de rechtertoets voor de richtingsroertrimming (afbeelding 1, pos. 
8) tot het model recht vliegt. Als het model naar rechts trekt, moet een trimcorrectie met de linker trimknop (afbeelding 
1, pos. 8) worden uitgevoerd. 
Hoogteroer:
De trimming voor het hoogteroer dient zo ingesteld te zijn, dat het model met maximaal motorvermogen met een vlak-
ke hoek naar boven stijgt en met minder motorvermogen op een gelijkblijvende hoogte vliegt. Als het model te sterk 
wil stijgen, moet de voorste trimtoets (afbeelding 1, pos. 7) worden bewogen. Als het model met de punt voortdurend 
naar beneden wil duiken, moet de achterste trimtoets (afbeelding 1, pos. 7) worden verschoven. 
  De laatst ingestelde trimwaarde wordt automatisch opgeslagen en na het opnieuw inschakelen van de 
zender opnieuw opgeroepen. 
d) De eerste landing
Verlaag het motorvermogen en vlieg grote vlakke cirkels. Trek daarbij niet te hard aan het hoogteroer om de vliegh-
oogte gecontroleerd te verlagen. Kies de laatste bocht voor de landing zodanig dat u nog voldoende plaats voor de
landing heeft en de vliegrichting bij het landen niet meer duidelijk gecorrigeerd hoeft te worden. 
Let daarbij altijd op een voldoende vliegsnelheid en maak het model niet te langzaam door het motorvermogen te 
sterk te verlagen of  door te stevig aan het hoogteroer te trekken. Slechts kort voor het gebruik wordt de motor afge-
steld en landt het model met volledig doorgetrokken hoogteroer.