Korg SP-500 Manual Do Utilizador

Página de 88
47
Automatische 
begeleiding
5
Bewerken van de ritmestijl
U kunt de instellingen op de “Custom 
Style” pagina’s 1/2 en 2/2 aanpassen. 
Voor details over de instellingen, die kun-
nen worden aangepast, zie “Lijst van 
parameters voor de standaard stijl”.
6
Geef uw standaard stijl een 
naam
Druk op de “Rename” knop op de 
“Custom Style 2/2” om op de “Rename” 
pagina te komen. Geef de ritmestijl die u 
hebt bewerkt een naam. (
☞ p.48)
7
Sla uw standaard stijl op in het 
interne geheugen
Druk op de “Write” knop op de “Custom 
Style 1/2” pagina.
Terugkeren naar de originele stijl
Als u op de “Cancel” knop in plaats van 
de “Write” knop drukt, keert u terug naar 
het beginscherm.
Zet nooit het instrument tijdens het opslaan van 
data uit.
Lijst van parameters voor de 
standaard stijl
“Custom Style 1/2” pagina
“Tempo” cel:
 Geef het tempo van de rit-
mestijl aan. U kunt dit aanpassen tussen 
40-240.
“Damper Enable” cel keuzevakje: 
U kunt voor elke keyboardpartij aange-
ven of het demper pedaal wel of niet 
wordt gebruikt.
“Upp1”:
 Een klank vanaf de Upp1 als de 
[LAYER] knop of [SPLIT] knop aanstaat of een 
klank vanaf het keyboard als de [LAYER] 
knop en [SPLIT] knop uitstaan. 
Low/Upp2: 
Het geluid voor de linkerhande 
voor  [SPLIT], of het gelaagde geluid op 
“Upp1” voor [LAYER].
“Custom Style 2/2” pagina
U kunt de instellingen hieronder voor elke 
begeleidende partij gebruiken: Drum, Perc, 
Bass, Acc1, Acc2, Acc3, Upp1, Upp2 en Low.
“Part” cel: 
Om de partij te veranderen 
gebruikt u de cellen “
▲”, “▼” of de 
[VALUE] knoppen.
Voor de Upp1, Upp2 en Low partijen is het 
niet mogelijk om de “Prog.” cel, “Reverb” cel 
of “Chorus” cel toe te passen.
“Wrap Around” cel: 
Dit kan worden gespe-
cificeerd voor de Bass, Acc1, Acc2, en Acc3 
partijen. Het geeft de mogelijkheid om de 
toonhoogte te transponeren met één octaaf 
als de begeleiding onnatuurlijk laag (of 
hoog) wordt. Het bereik van de instellingen 
is “Org, 1-12.” Met “Org.” ingesteld, zal de 
stijl zijn originele instellingen gebruiken. 
Bijvoorbeeld een WrapAround instelling “1”, 
gebaseerd op een C akkoord, zou de begelei-
ding één oktaaf naar beneden transponeren 
als een C# akkoord werd gespecificeerd. Met 
instelling “2” zou de begeleiding één octaaf 
naar beneden worden getransponeerd als 
een “D” akkoord werd gespecificeerd. 
Met instelling “1” 
C akkoord 
→ Bas patroon 1
C# akkoord 
→ 1 met een halve toon en 
lager met een octaaf 2
D akkoord 
→ 1 met een halve toon en 
lager met een octaaf 3