Korg SP-500 Manual Do Utilizador

57

Gegevens, die u had opgeslagen in realtime 
of met step recording, kunnen teruggehaald 
worden, zodat u de gegevens kunt bewerken 
of een extra uitvoering kunt toevoegen.

Laad de gegevens van de uitvoering in 
“Basis opnemen” of in Step Recording. 
(

☞ p.51)

U kunt de gegevens bewerken in de “Rec 
1/3”, “Rec 2/3” en “Rec 3/3” pagina’s.

: Het spoor voor de gegevens 

van uw spel op het keyboard, die zijn opge-
nomen in de “Rec 1/3” pagina.
“Control” knop:

 Het spoor dat de controllers 

en paneelhandelingen, zoals het omschake-
len van de fills van de automatische begelei-
ding en variaties opneemt. (

☞ p.56)

 Het spoor waarop de 

akkoordprogressie is opgenomen.
“Tempo” knop:

 Elke keer dat u op de 

“Tempo” knop in de “Rec 1/3” pagina drukt, 
zal de instelling afwisselend overspringen 
tussen “Man”, “Auto”, en “Rec”. Als de 
“Sync.” parameter op de “Func 4/10” pagina 
wordt ingesteld op “Ext.” (

☞ p.71), zal de 

afbeelding van tempo als volgt zijn: “ 

=EXT”. In dit geval is het niet mogelijk om 
het tempo op de SP-500 te veranderen, dus 
hier zal de instelling worden genegeerd.

: U kunt het tempo handmatig regelen.

 Het tempo zal veranderen al naar 

gelang de gegevens van het tempo spoor.
Rec:

 Gegevens over het tempo worden opge-

nomen op het tempo spoor.

 Deze bevatten gegevens van 

de uitvoering die zijn opgenomen op de “Rec 

2/3” pagina.

Er worden u diverse functies geboden om 
opneemgegevens te bewerken. Voor details 
over elk item, zie “Details van de “Rec 3/3” 
pagina items”.

De “Rec 3/3” pagina biedt u de volgende functies 
voor het bewerken van opnamegegevens.
Druk op de knop van het item, dat u wilt bewerken 
om naar deze pagina te gaan.
De procedures, die hieronder worden uitgelegd, 
gaan ervan uit dat u al de juiste knop hebt inge-
drukt om naar de pagina te gaan.
Als u terugkeert naar de “Rec 3/3” pagina na het 
bewerken, zullen de bewerkte gegevens van de uit-
voering automatisch worden opgeslagen.

Hier kunt u de timing van de gegevens van 
de uitvoering corrigeren.
Deze functie is flexibeler dan de “Quantize” 
cel op de “Rec 2/3” pagina. Aangezien u de 
hoeveelheid maten en het soort gegevens dat 
gecorrigeerd moet worden kunt selecteren, 
zullen andere maten en andere gegevens niet 
worden aangetast.

 Selecteer de 

gegevens voor correctie. 

 Alle gegevens van het nummer

 Gegevens gespeeld op het keyboard 

(wordt “note-on/off events” genoemd)
CTRL

: Demper, zacht en sostenuto pedaal 

gegevens (wordt “control changes” genoemd)
AFTT:

 Gegevens van latere aanslag (dit kan 

niet worden opgenomen met de SP-500)
Bend:

 Gegevens van toonhoogte verbuiging 

(dit kan niet worden opgenomen met de SP-
500)
Prog.

: Gegevens om van programma te veran-

deren (wordt “program changes” genoemd. 
Veranderingen in de Bank zijn hier ook bij 
inbegrepen.) 

 Geef  het spoor aan waar de cor-

rectie voor geldt.

Geef de lengte van de toon aan 

(resolutie).