Xerox 2101 ST Digital Copier/Printer Guia Do Utilizador
6
6-13
Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders
2.
Als u het papierformaat voor een afdruktaak wilt opgeven, kiest u een optie
in het menu Sheet Size (Papierformaat).
in het menu Sheet Size (Papierformaat).
3.
Als u een bestaande inslagsjabloon wilt gebruiken, selecteert u de optie
Select Template (Sjabloon selecteren) en kiest u een sjabloon in het menu.
Select Template (Sjabloon selecteren) en kiest u een sjabloon in het menu.
De toepassing Hot Folders beschikt over een aantal standaard inslagsjablonen.
De bestemmingsserver past de inslaginstellingen in de sjabloon toe op uw document
voordat het wordt afgedrukt.
De bestemmingsserver past de inslaginstellingen in de sjabloon toe op uw document
voordat het wordt afgedrukt.
4.
Om inslagopties in te stellen, kiest u Custom (Aangepast).
5.
Klikt vervolgens op Vel, Opmaak of Afwerking om het deelvenster met bijbehorende
instellingen uit te vouwen.
instellingen uit te vouwen.
Deel-
venster
Instelling
Resultaat
Sheet (Vel)
Creep Adjustment
(Aanpassing
voor opkruipen)
voor opkruipen)
Hiermee wordt het bedrukbare gebied van een
pagina aangepast ter compensatie van het
opkruipen dat ontstaat wanneer meerdere vellen
worden gevouwen en (al dan niet genest) door de
rug worden geniet.
pagina aangepast ter compensatie van het
opkruipen dat ontstaat wanneer meerdere vellen
worden gevouwen en (al dan niet genest) door de
rug worden geniet.
Orientation
(Afdrukstand)
(Afdrukstand)
Hiermee wijzigt u de afdrukstand van een vel in
Staand of Liggend.
Staand of Liggend.
Duplex (Dubbelzijdig
afdrukken)
afdrukken)
Met deze optie geeft u aan dat u zowel de voorzijde
als de achterzijde van een vel wilt bedrukken.
als de achterzijde van een vel wilt bedrukken.
Layout
(Opmaak)
(Opmaak)
Rows and Columns
(Rijen en Kolommen)
Hiermee geeft u het aantal rijen en kolommen op
dat bij gecombineerde afdrukken moet worden
gebruikt voor het reproduceren van de afbeelding
op elk vel.
dat bij gecombineerde afdrukken moet worden
gebruikt voor het reproduceren van de afbeelding
op elk vel.
Printer’s Marks
(Printermarkeringen)
Met deze optie kunt u markeringen aanbrengen
die aangeven waar de vellen moeten worden gesneden
en gevouwen.
die aangeven waar de vellen moeten worden gesneden
en gevouwen.
Horizontal Bleed and
Vertical Bleed
(Horizontale/
verticale aflopende
bedrukking)
Vertical Bleed
(Horizontale/
verticale aflopende
bedrukking)
Hiermee kunt u voor elke pagina de afloopwaarden
instellen in pixels.
instellen in pixels.