Samsung NXF1 Manual Do Utilizador

Página de 240
Opnamefuncties
101
101
Opnamefuncties
Opnamefuncties
Met de functie AF-gebied wordt de positie van het scherpstelgebied gekozen.
In het algemeen stelt de camera op het dichtstbijzijnde onderwerp scherp. 
Wanneer er echter veel verschillende elementen in beeld zijn, kan het 
gebeuren dat de focus verkeerd komt te liggen. Om te voorkomen dat 
er op een verkeerd beeldelement wordt scherpgesteld, kunt u een ander 
scherpstelgebied kiezen zodat er op het gewenste deel van het beeld wordt 
scherpgesteld. U kunt zorgen voor een duidelijkere en scherpere foto door 
een geschikt scherpstelpunt te kiezen.
U stelt als volgt het 
scherpstelgebied in:
 
In de opnamemodus drukt u op [m] 
ĺ
b
 
ĺ
 AF-gebied 
ĺ
 
een optie.
• 
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties 
verschillen.
• 
Wanneer de AF/MF-schakelaar is ingesteld op MF, kunt u het AF-gebied niet wijzigen 
in het opnamemenu.
• 
Wanneer u de optie Gezichtsdetectie AF gebruikt, stelt de camera automatisch 
scherp op het gedeelte met het witte kader.
• 
Afhankelijk van de opties van de Fotowizard, heeft Gezichtsdetectie mogelijk geen 
effect.
• 
Wanneer u handmatig scherpstelt, is Gezichtsdetectie mogelijk niet beschikbaar.
• 
Gezichtsdetectie is in de volgende gevallen mogelijk niet effectief:
 
-
het onderwerp bevindt zich te ver van de camera
 
-
als het te licht of te donker is
 
-
het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera
 
-
het onderwerp draagt een zonnebril of masker
 
-
de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch
 
-
het onderwerp is van achteren belicht of de lichtomstandigheden zijn niet stabiel
Keuze AF
U kunt de focus instellen op een gebied dat uw voorkeur heeft. Pas een 
onscherpte-effect toe om het onderwerp er te laten uitspringen.
In de onderstaande afbeelding is het scherpstelgebied verplaatst en in 
formaat aangepast zodat het over het gezicht van het onderwerp valt.
Als u het scherpstelgebied wilt verplaatsen of het formaat wilt aanpassen, drukt u 
in de opnamemodus op [o]. Gebruik de navigatieknop of het instelwieltje 2 om het 
scherpstelgebied te verplaatsen. Draai het instelwieltje 1 om het formaat van het 
scherpstelgebied aan te passen.
AF-gebied