Panasonic DMC-TZ3 Guia De Utilização

Página de 49
54   
VQT1B69
VQT1B69
   55
 AF MODE
De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het aantal onderwerpen.
 Instellingen waarvoor deze geldt: 
 
 
 
 
 
 Instellingen: 
 / 
 / 
 / 
 / 
 (   : Scherpstellen op hoge snelheid)
 
  Onderwerp niet in midden van foto (AF-gebied weergegeven nadat volledig is scherpgesteld)
 Bij gebruik van 
 of 
 kan het beeld even bevriezen voordat het scherp is.
 Het AF-gebied wordt groter op donkere 
locaties of wanneer u de digitale zoom 
gebruikt.
AF-gebied
F4.9
1/15
 Gebruik 
 of 
 wanneer het moeilijk is om scherp te stellen met 
.
AF-gebied
Er wordt automatisch 
scherpgesteld op een 
van 9 punten.
Er wordt automatisch 
scherpgesteld op een 
van de zijkanten of 
het midden.
AF-gebied
AF-gebied
Er wordt scherpgesteld 
op het AF-gebied in het 
midden van de foto.
(Aanbevolen wanneer 
u moeilijk kunt 
scherpstellen)
Er wordt scherpgesteld 
op een kleiner gebied.
 Bepaalde positie voor scherpstelling
 BURSTFUNCTIE
Hiermee kunt u een snelle serie foto’s maken. Een serie gemaakte foto’s terwijl de 
ontspanknop ingedrukt wordt gehouden.
 Instellingen waarvoor deze geldt: 
 
 
 
 
Toepassingen
(Fotograferen)
11
  Gebruik van het menu 
OPNAME
 
(vervolg)
 scherpstellen op 9 punten
 scherpstellen op 3 punten (hoge snelheid)
 scherpstellen op 1 punt (hoge snelheid)
 Scherpstellen op 1 punt
 Scherpstelling op spot
AF-spotgebied
 Instellingen:
BURST-instelling
Snelheid
  1
Aantal foto’s
  2
  OFF  
Geen burstfunctie
 (Hoge snelheid)
  3
3 foto’s/sec
 Fijn: max. 5
 Standaard: max. 7
 (Lage snelheid)
  3
2 foto’s/sec
  3
  4
 (Vrij)
Ongeveer 2 foto’s/sec
  5
Tot kaart/ingebouwd geheugen vol is
 
:  Dit is afhankelijk van de sluitertijd en de instellingen voor ‘GEVOELIGHEID’.
 
:  Bij gebruik van de zelfontspanner: vastgezet op 3 foto’s
 
:  Alleen DMC-TZ3.      
:  Alleen DMC-TZ2.
 
:  DMC-TZ3: Wordt steeds trager.  (Vertraging wordt bepaald door type kaart, 
fotoresolutie en KWALITEIT.)
DMC-TZ2: afhankelijk van het type kaart, ‘FOTO RES.’ (blz. 52) en ‘KWALITEIT’ (blz. 53).
 
  De burstsnelheid kan lager zijn als u GEVOELIGHEID (blz. 51) ‘ISO400’ of hoger 
gebruikt of bij een langere sluitertijd in donkere omgevingen.
 
  Deze functie kan niet worden gebruikt met de flitser (flitsersymbool wordt rood, blz. 
34) of bij ‘AUTO BRACKET’ (blz. 36, alleen DMC-TZ3).
 
  De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
 
  De scherpstelling wordt vastgezet op de eerste foto.
 
  De belichting en de witbalans worden als volgt ingesteld:
   
DMC-TZ3
   
  
Hoge snelheid: instelling wordt vastgezet op de eerste foto.
   
  
Lage snelheid, vrij: wordt elke foto opnieuw ingesteld.
   
DMC-TZ2
   
  
Wordt elke foto opnieuw ingesteld.
 
  Als u de BURSTFUNCTIE gebruikt bij het volgen van een bewegend onderwerp in locaties 
met grote verschillen in helderheid (bijvoorbeeld binnen versus buiten), kan het even duren 
voordat de belichting is gestabiliseerd en bereikt u mogelijk geen optimale belichting.
 
  Automatische weergave wordt uitgevoerd ongeacht de instelling voor ‘automatische weergave’.
 CONTINU AF
De scherpstelling wordt continu aangepast, afhankelijk van de beweging van het onderwerp.
(Het batterijverbruik wordt verhoogd)
 Instellingen waarvoor deze geldt: 
 
 
 
 
 
 Instellingen:
    OFF   : niet ingesteld      ON: ingesteld (
 weergegeven op het scherm)
 
  Het scherpstellen kan even duren als u plotseling inzoomt van maximale groothoek 
naar maximale tele, of plotseling dichter naar het onderwerp loopt.
 
  Druk de ontspanknop half in als u moeilijk kunt scherpstellen.
 
  Wanneer u 
 of 
 ‘AF mode’ gebruikt, wordt snel scherpgesteld als u de 
ontspanknop half indrukt.
 
  Tijdens het opnemen van bewegende beelden wordt niet opnieuw scherpgesteld.