iiquu 912774-HSIQME1 510ILSAA008 Folheto

Het alarm kan op de muur gemonteerd worden door middel van de 
meegeleverde beugel.

Het alarm wordt bediend door middel van een 4-cijferige code die 
ingevoerd wordt op het toetsenpaneel aan de voorkant van het 
alarm.

Een passieve infrarood (PIR) detector wordt ontworpen om in een 
bepaalde zone beweging te detecteren door de wijzigingen in de 
infrarood stralingswaarden, bijvoorbeeld wanneer een persoon/dier 
beweegt binnen het gezichtsveld van het toestel.

Het systeem heeft 2 bedieningsmodi: ALARM en CHIME (deurbelmo-
dus). De deurbelmodus (chime) heeft een lage beveiligingseigen-
schap en produceert het geluid van een deurbel als er beweging 
gedetecteerd wordt. In de alarmmodus produceert het toestel een 
constant luid alarm als er beweging gedetecteerd wordt.

Veiligheid: Volg steeds het advies van de fabrikant bij het gebruik 
van gereedschap; trapjes, ladders enz. en draag de juiste bescher-
mingsmiddelen (bv. veiligheidsbril) bij het boren van gaten enz.

Controleer alvorens gaten in de muren te boren of er verborgen 
kabels en leidingen zitten. Het gebruik van een kabel-/leidingzoeker 
wordt aanbevolen bij twijfel.
Het gebruik van gehoorbescherming is aan te raden als u in de 
nabijheid van het alarmsignaal werkt omwille van het hoge geluidsvo-
lume dat door dit toestel geproduceerd wordt.

Het alarm is ontworpen om op de muur gemonteerd te worden d.m.v. 
de montagebeugel (meegeleverd). Deze biedt de flexibiliteit om de 
bewegingssensor in een bepaalde richting te draaien.

1.  Kies de gewenste locatie voor het alarm, bijvoorbeeld in de hoek 

van een kamer. Dit biedt maximale dekking. 
 
Opmerking: De sensor heeft een detectiezone van 6m in hoeken 
van bij benadering 110° horizontaal en 70° verticaal. Aanbevolen 
installatiehoogte is 1,8 – 2,4 m.

2.  Bevestig de montagebeugel op de muur door middel van de 

meegeleverde muurverankeringen of door rechtstreeks in een 
muursteun te schroeven. Als dit veilig geïnstalleerd is op de muur, 
schuif dan het alarm in de beugel. De beugel zal klikken als hij 
vastzit in het alarm.

Het bewegingsdetectie-alarm heeft drie AA batterijen nodig.
Het batterijvak bevindt zich aan de achterkant van het alarm.

1.  Verwijder de schroef van het batterijvak en schuif het deksel in de 

richting van de pijl voor openen.

2.  Stop er drie AA batterijen in. Houd rekening met het polariteit-

schema in het batterijvak.

3.  Plaats het deksel van het batterijvak terug en draai de schroef 

vast.

Het bewegingsdetectie-alarm heeft een waarschuwingslampje voor 
lege batterij. Als de batterijen vervangen moeten worden, knippert 
het waarschuwingslampje langzaam. 

Via het toetsenpaneel kunt u een 4-cijferige persoonlijke code 
instellen om het alarm in- of uit te schakelen.

1.  Verwijder de schroef uit het deksel van het batterijvak en schuif 

het deksel eraf in de richting van de pijl voor openen.

2.  Druk eenmaal op de knop LEARN; het rode waarschuwingslampje 

aan de voorkant van het alarm knippert gedurende 15 seconden. 
Voer tijdens die 15 seconden uw 4-cijferige code in. Elke invoer 
wordt bevestigd door een pieptoon. Er knippert 3 keer een groen 
lampje op het alarm om te bevestigen dat de nieuwe 4-cijferige 
code is opgeslagen.

3.  Plaats het deksel van het batterijvak terug en zet de schroef vast.

1.  Zoek de ALARM/CHIME-schakelaar aan de zijkant van het alarm.
2.  Schuif de schakelaar naar de ALARM-modus.

Het alarm inschakelen:
1.  Schakel het alarm in door uw 4-cijferige code in te voeren. Telkens 

wanneer er een knop wordt ingedrukt, klinkt er een pieptoon.

2.  Als de 4-cijferige code juist is ingevoerd, knippert het groene 

waarschuwingslampje van het alarm één keer. Als de code fout 
wordt ingevoerd, zal het alarm een geluid geven en knippert het 
rode waarschuwingslampje 3 keer.

3.  Er begint onmiddellijk een rood lampje te knipperen om aan te 

geven dat de vertraging van 45 seconden begonnen is. Deze 45 
seconden geven u de tijd om de beveiligde zone te verlaten 
zonder dat het alarm afgaat.

4.  Als er beweging wordt gedetecteerd, geeft het alarm een korte 

toon en knippert er een rood lampje. Het alarm gaat na 30 
seconden af, zodat u de tijd heeft om het bij binnenkomst uit te 
schakelen.  Het alarm loeit gedurende 30 seconden (tenzij het 
eerder uitgeschakeld wordt) en schakelt dan uit. Na 15 seconden 
controleert het alarm weer of er beweging is. Indien er beweging 
wordt gedetecteerd, gaat het alarm opnieuw af. De cyclus wordt 
herhaald tot het alarm wordt uitgeschakeld.

Het alarm uitschakelen:
1.  Voer bij het terugkeren naar de beveiligde zone eenvoudigweg uw 

4-cijferige code in binnen 30 seconden om het alarm uit te 
schakelen.

2.  Als het vierde cijfer van uw code is ingevoerd, antwoordt het 

alarm met 2 tonen en het groene waarschuwingslampje knippert 
tweemaal.                                               

 

Het alarm piept één keer zodra er beweging wordt gedetecteerd. 
Als de juiste code niet wordt ingevoerd binnen 30 seconden, zal 
het alarm afgaan. Voer als het alarm afgaat de juiste code in om 
het uit te schakelen.                                              

Opmerking: Voor de test kan er een doek gebruikt worden om het 
alarm te bedekken en zo het risico op gehoorschade te beperken. 
 
Foute code 
Als er een foute code wordt ingevoerd, zal het alarm een luidere 
pieptoon laten horen en zal het rode waarschuwingslampje 3 keer 
knipperen. Voer opnieuw de juiste code in nadat het lampje stopt 
met knipperen.

De deurbelmodus wordt gebruikt om u te waarschuwen wanneer er 
beweging wordt gedetecteerd in de zone.
1.  Schuif de ALARM/CHIME-schakelaar naar de CHIME-modus  
 (deurbelmodus).

De deurbelmodus inschakelen:
Het deurbelgeluid klinkt onmiddellijk als er beweging wordt 
gedetecteerd. Er is geen code nodig. De bewegingssensor zal de 
zone 15 seconden na de belgeluiden opnieuw testen.

De deurbelmodus uitschakelen:
Om de deurbelmodus uit te schakelen schuift u de ALARM/
CHIME-schakelaar naar de ALARM-modus.

1.  Stel het alarm in op de CHIME-modus (deurbelmodus); de bel 

weerklinkt één keer.

2.  Na het eerste belgeluid wacht u 15 seconden en zwaait u 

vervolgens met uw hand voor de sensor. Als de bel onmiddellijk 
klinkt, dan werkt de sensor correct.

Om de behuizing van het alarm te reinigen gebruikt u een zachte 
enigszins vochtige doek en veegt u het alarm droog. Gebruik geen 
chemische middelen want deze kunnen het alarm beschadigen en 
doen verkleuren.

Waarschuwing:
Risico op persoonlijk letsel
•  Langdurige blootstelling aan het alarmsignaal kan permanente 

gehoorschade veroorzaken.

Waarschuwing in verband met de batterijen:
•  Verwijder batterijen alvorens het alarm voor langere tijd op te 

slaan.

•  Batterijen kunnen schadelijke vloeistoffen of ontvlambaar 

materiaal lekken of ontploffen, waardoor letsels en productschade 
kunnen ontstaan.

•  Meng geen oude en nieuwe batterijen of verschillende  

batterijtypes.

•  Vervang alle batterijen tegelijkertijd.
•  Vervang volledig lege batterijen onmiddellijk.

Het alarm werkt niet
•  Batterijen leeg, bijna leeg, ontbreken of onjuist geplaatst.
•  Onjuiste gebruikerstoegangscode ingevoerd.

PIR veroorzaakt valse alarmen
•  PIR slecht geplaatst (bv. in direct zonlicht, tocht en boven  
  een radiator, enz.).

Aan het einde van hun levensduur moet de verpakking 
en het product weggegooid worden via een geschikt 
recyclecentrum.
Niet weggooien bij uw gewone huishoudelijke afval.

The Alarm can be wall mounted using the bracket supplied.

The Alarm is operated using a 4 digit User Access Code with the 
keypad on the front of the alarm.

A passive Infra-Red (PIR) detector is designed to detect movement in 
an area by detecting changes in infra-red radiation levels caused for 
example when a person/animal moves within the devices field of 
vision.

The system has 2 operating modes: ALARM and CHIME. Chime 
Mode is a low security feature that will produce a door-chime sound 
when the alarm is triggered. In Alarm Mode the device will produce a 
constant high volume alarm sound when triggered.

Safety: Always follow the manufacturers advice when using power 
tools; steps, ladders etc. and wear suitable protective equipment 
(e.g. safety goggles) when drilling holes etc.

Before drilling holes in walls, check for hidden cables and pipes, the 
use of a cable/pipe locater may be advisable if in doubt.
The use of ear protection is advisable when working in close 
proximity to the Siren due to the high sound level produced by this 
device.

The alarm is designed to be wall mounted with the ball and socket 
mount (included). The ball and socket mount will provide the 
flexibility to aim the motion sensor in a particular direction.

1.  Select your desired location for the alarm, such as the corner of a 

room. This will provide maximum coverage. 
 
Note: The sensor has a 6m detection zone, with approximate 
angles of 110˚ horizontal and 70˚ vertical. Recommended 
installation height is 1.8 – 2.4 m.

2.  Secure the ball and socket mount to the wall using either the 

provided wall anchors or by screwing directly into a wall stud. 
Once installed securely on the wall, slide the insert bracket of the 
mount into the back of the unit and lock in place. The mount will 
click when secured to the alarm.

            

The Motion Sensing Alarm requires three AA batteries.
The battery compartment is located on the back of the unit.

1.  Remove the battery compartment screw and slide off the cover in 

the direction of the open arrow.

2.  Insert three AA batteries. Take care to note the polarity diagram 

inside the battery compartment.

3.  Replace battery compartment cover and secure screw.

The Motion Sensing Alarm has a low battery indicator light. When the 
batteries need to be replaced, the indicator light will flash slowly.

The keypad allows you to set a personal 4-digit code for arming and 
disarming the alarm.

1.  Remove the screw from the battery compartment cover and slide 

off the cover in the direction of the open arrow.

2.  Press the LEARN button once; the red indicator light on the front 

of the alarm will blink for 15 seconds. During this time, input your 
4-digit code. A beep will confirm each input. The unit will flash a 
green light  3 times to confirm the new 4-digit code has been 
saved.

3.  Replace the battery compartment door and secure screw.

1.  Locate the ALARM/CHIME switch on the side of the alarm.
2.  Slide the switch to ALARM mode.

Arming the Alarm:
1.  Arm the alarm by entering your 4-digit code. A beep will sound 

after each button is pressed.

2.  When the 4-digit code is entered correctly the unit’s indicator light 

will flash a green light once. If entered incorrectly, the unit will 
sound and the indicator light will flash red 3 times.

3.  A red light will immediately begin to flash indicating the 45 second 

exit delay has started. The delay allows time for you to leave the 
protected area without triggering the alarm.

4.  When motion is detected, the alarm unit will sound a short tone 

and a red light will flash. The alarm will activate after 30 seconds. 
The siren will sound for 30 seconds (unless disarmed) and then 
turn off. After 15 seconds the alarm wil check for motion. If motion 
is detected, the siren will sound again. The cycle will repeat until 
the unit is disarmed.

Disarming the Alarm:
1.  When returning to the protected area, simply enter your 4-digit 

code within 30 seconds to disarm the alarm.

2.  When the fourth digit of your code is entered, the unit will respond 

with 2 tones and the indicator light will flash green twice.  

The unit will beep once if motion is sensed. If the correct code is 
not entered within 30 seconds, the alarm will sound. Enter correct 
code anytime after the alarm has sounded to deactivate. 
 
Note: To test, a cloth can be used to cover the alarm to reduce 
risk of hearing damage. 
 
Incorrect code 
 
If an incorrect code is entered, the unit will sound a louder beep 
and will flash red 3 times. Re-enter the correct code after the light 
stops flashing.

The chime is used to notify you when motion is sensed in the area.
1.  Slide the ALARM/CHIME switch to CHIME mode.

Activating the Chime:
The chime will sound immediately when motion is sensed. No code 
is required. The motion sensor will retest the area 15 seconds after 
the chime sounds.

Deactivating the Chime:
To deactivate the chime slide the ALARM/CHIME switch to ALARM 
mode.

1.  Set the alarm to CHIME mode; the chime will sound once.
2.  After the initial chime, wait 15 seconds and then wave your hand 

in front of the sensor. If the chime sounds immediately, the sensor 
is working correctly.

To clean the unit housing, use a soft cloth slightly dampened with 
water and wipe dry. Do not use chemical agents as this may damage 
and discolor the unit.

Warning:
Risk of personal injury
•  Prolonged exposure to alarm siren may cause permanent hearing 

loss.

Battery Warning:
•  Remove batteries before storing the Alarm for extended periods.
•  Batteries may leak harmful liquids or ignitable materials or 

explode causing injury and product damage.

•  Do not mix old and new or other battery types.
•  Replace all batteries at the same time.
•  Replace fully discharged batteries immediately.

Alarm Unit not operating
•  Batteries low, flat, missing or are incorrectly fitted.
•  Incorrect User Access Code entered

PIR causing false alarms
•  PIR badly positioned, (e.g. in direct sunlight, draughts and 
  above radiator etc.).

At the end of their useful life the packaging and product should be 
disposed of via a suitable Recycling Centre.

Do not dispose of with your normal household waste.

SENSOR ALARM

ALARM OR DOORBELL SOUNDS WHEN MOTION IS DETECTED

Installation and Operating Instructions

These instructions should be retained in a safe place for future reference

UK

SENSOR ALARM

ALARM/DEURBELGELUID GAAT AF ALS BEWEGING GEDETECTEERD WORDT

Installatie- en bedieningsinstructies

Deze instructies moeten bewaard worden op een veilige plaats voor toekomstige raadpleging

NL

CODE OPERATED

CODE OPERATED