Behringer Xenyx 1204 USB Mixer XENYX 1204 USB Ficha De Dados
Códigos do produto
XENYX 1204 USB
11
XENYX 1204/1204FX
Wacht na het inschakelen ca. één minuut, voordat u
de ingangsversterking instelt, zodat het systeem
eerst kan stabiliseren.
+
Let op! Gebruik in geen geval asymmetrisch
geschakelde XLR-verbindingen (PIN 1 en 3
verbonden) op de MIC-ingangsbussen, wanneer u
de fantoomvoeding in gebruik wilt nemen.
SERIENUMMER
Het serienummer is van belang voor uw garantie. Neem
alstublieft de aanwijzingen in par. 1.3.3 ter harte.
3. DIGITALE EFFECTPROCESSOR
Afb. 3.1: Digitale effectmodule (alleen 1204FX)
24-BIT MULTI-FX PROCESSOR
Hier treft u een overzicht van alle presets van de multi-
effectprocessor aan. Deze ingebouwde effectmodule biedt u
hoogwaardige standaardeffecten zoal bijv. hall, chorus, flanger,
echo en diverse gecombineerde effecten. Door de FX knop te
gebruiken kunt u signalen invoeren in de effectenprocessor. De
geïntegreerde effectenmodule heeft het voordeel dat er geen
bedrading nodig is. Op deze manier wordt het gevaar voor het
creëren van aardcircuits of ongelijke signaalniveaus al dadelijk
bij het begin geëlimineerd en wordt het beheer erg vereenvoudigd.
Deze effect-presets zijn klassieke bij-mengeffecten. Als u
de STEREO AUX RETURN FX-regelaar opendraait, ontstaat er
dus een mix van het kanaalsignaal (droog) en het effectsignaal.
De balance tussen de twee signalen regelt u met de kanaal-
fader en de STEREO AUX RETURN FX-regelaar.
FX FOOTSW
FX FOOTSW
Sluit een in de handel gebruikelijke voetschakelaar op de
voetschakelaarbus aan, waarmee u de effectprocessor in- en
uit kunt schakelen. Is de effectprocessor m.b.v. de voetschakelaar
stil gezet, dan wordt dit door middel van een oplichtende punt
onder in het display weergegeven.
+
Een afbeelding die u helpt de voetschakelaar op de
juiste wijze aan te sluiten, vindt u op de volgende
bladzijde.
LEVEL
De LED-niveauweergave van de effectmodule dient ten allen
tijde een voldoende hoog niveau aan te geven. Let u erop, dat de
Clip-LED alleen bij niveaupieken gaat branden. Wanneer deze
constant brandt, overstuurt u de effectprocessor en treden er
onaangename vervormingen op. De FX-potentiometer (AUX SEND 2)
regelt hierbij het niveau dat bij de effectmodule binnenkomt.
PROGRAM
PROGRAM
Door aan de PROGRAM-regelaar te draaien selecteert u de
effect-presets. Het display geeft knipperend het nummer van de
zojuist ingestelde preset weer. Om de geselecteerde preset te
bevestigen drukt u op de knop; het knipperen houdt op. U kunt de
geselecteerde preset ook met de voetschakelaar bevestigen.
4. INSTALLATIE
4.1 In een rack inbouwen
In de verpakking van uw mengpaneel vindt u twee 19"-
montagehoeken, die aan de zijkanten van het mengpaneel
bevestigd kunnen worden.
Om de montagehoek aan het mengpaneel te kunnen bevestigen,
verwijdert u eerst de schroeven aan de linker en rechter zijwang.
Daarna monteert u met dezelfde schroeven de twee hoeken. Let
op, de montagehoeken passen elk maar aan één kant. Na de
ombouw kan het mengpaneel in de gebruikelijke 19"-racks worden
gemonteerd. Let daarbij steeds op voldoende luchttoevoer en
plaats het geheel niet in de buurt van verwarmingen of
vermogensversterkers, zodat het apparaat niet oververhit raakt.
+
Gebruikt u alstublieft uitsluitend de aan de zijwangen
van het mengpaneel bevestigde schroeven om de
19"-rackhoeken mee te monteren.
4.2 Kabelverbindingen
Voor de verschillende toepassingen heeft u vele verschillende
kabels nodig. De volgende afbeeldingen laten u zien, hoe deze
kabels eruit dienen te zien. Denk eraan, altijd hoogwaardige kabels
te gebruiken.
Afb. 4.1: Monoklinkerstekker voor voetschakelaar
4.2.1 Audioverbindingen
Voor het gebruik van de 2-Track-in- en uitgangen, neemt u
alstublieft de in de handel gebruikelijke cinch-kabels.
Natuurlijk kunnen er ook asymmetrisch geschakelde apparaten
aan de symmetrische in-/uitgangen worden aangesloten. Gebruik
hetzij monoklinkers of verbindt de ring van de stereoklinkers met
de schacht (oftewel Pin 1 met Pin 3 bij XLR-stekkers).
+
Let op! Gebruik in geen geval asymmetrisch
geschakelde XLR-verbindingen (PIN 1 en 3
verbonden) op de MIC-ingangsbussen, wanneer u
de fantoomvoeding in bedrijf wilt nemen.
4. INSTALLATIE