Extech HD-300 Anemometer HD300 Ficha De Dados

Códigos do produto
HD300
Página de 12
HD300-EU   V2.0   4/08 
Werking 
Luchtsnelheidmetingen 
1. 
Verbind de sensor aan het sensor invoercontact aan 
de bovenzijde van de meter. 
2. 
Zet de meter AAN via de aan-uit   knop. 
3. 
Selecteer de VELOCITY modus via de UNITS knop. 
Druk meermaals op de knop totdat de LCD VEL 
weergeeft. 
4. 
Druk en houd de UNITS knop voor 2 seconden vast 
(totdat u twee tonen hoort) om de temperatuureenheid 
te veranderen van °C naar °F of van °F naar °C. De 
LCD zal de selectie weergeven. 
5. 
Selecteer de gewenste luchtsnelheideenheden via de 
UNITS knop. De LCD zal de selectie weergeven. 
6. 
Plaats de sensor in de te meten luchtstroom met de 
pijl op de toegangszijde van de schoep (zie figuur). 
7. 
Bekijk de luchtsnelheid- en temperatuurmetingen op het LCD-scherm. 
Luchtstroom (Volume) metingen (CFM/ CMM) 
1. 
Verbind de sensor aan het sensor invoercontact aan de bovenzijde van de meter. 
2. 
Zet de meter AAN via de aan-uit   knop. 
3. 
Selecteer de FLOW modus via de UNITS knop. Druk meermaals op de knop totdat de 
LCD FLOW CFM (kubieke voet per minuut) of FLOW CMM (kubieke meter per 
minuut) naar uw keuze weergeeft . 
4. 
Meet de afmetingen van de desbetreffende buis of opening en bereken het gebied in 
vierkante voet of vierkante meters. 
Opmerking: Indien de dimensionele metingen gedaan zijn in inches (of cm), zet hen om in 
voet (of meters) alvorens de vierkante omtrek te berekenen. 
5. 
Geef eerst de omtrek in in m
2
 of ft
2
, druk en houd de AREA knop vast voor ongeveer 
2 seconden (totdat u twee tonen hoort). 
6. 
Druk kortstondig op de NEXT knop om de gewenste geheugenplaats voor het 
bewaren van de gebiedwaarde te selecteren (er zijn acht plaatsen). 
7. 
Gebruik de 
 knop om de waarde van het oplichtend cijfer te veranderen, gebruik de  
 knop om een ander cijfer te selecteren en gebruik de 
  knop om het decimaal 
teken te verplaatsen. 
8. 
Druk en houd de AREA knop vast voor ongeveer 2 seconden (totdat u twee tonen 
hoort) om de gebiedwaarde in het geheugen te bewaren. 
9. 
Plaats de sensor in de te meten luchtstroom met de pijl op de toegangszijde van de 
schoep. 
10.  Bekijk de luchtstroom- en temperatuurmetingen op het LCD-scherm. 
11.   Indien de CFM en CMM-meting 9999 overschrijdt, zal het scherm de X10 of X100 
vermenigvuldiger in rechterbenedenhoek van het scherm weergeven, die aanduidt 
dat de weergegeven waarde vermenigvuldigd moet worden met 10 of 100 om de 
correcte stroommetingswaarde te bereiken.  
Luchtstroom 
     
Pijl 
Zijaanzicht van de schoep