Справочник Пользователя для Husqvarna 135

Скачать
Страница из 420
ONDERHOUD
Dutch
 –
 191
1154580-38 Rev.1 2011-12-05
Algemeen
De gebruiker mag alleen die onderhouds- en 
servicewerkzaamheden uitvoeren die in deze 
gebruiksaanwijzing worden beschreven. Meer ingrijpende 
maatregelen moeten door een erkende 
servicewerkplaats worden uitgevoerd.
Carburateurinstelling
Uw Husqvarna-product is geconstrueerd en gemaakt 
volgens specificaties, die de schadelijke uitlaatgassen 
reduceren. 
Werking
Via de gasklepbediening stuurt de carburateur het 
toerental van de motor. In de carburateur worden 
brandstof en lucht vermengd. Dit mengsel (brandstof/
lucht) kan worden afgesteld. Om het maximum 
vermogen van de machine te kunnen benutten, moet 
de afstelling correct zijn.
De T-schroef regelt de positie van de 
gasklepbediening bij stationair draaien. Als de T-
schroef met de klok mee wordt gedraaid, krijgt men 
een hoger stationair toerental en als ze tegen de klok 
in wordt gedraaid, een lager stationair toerental.
Basisafstelling en inrijden
Tijdens het testen in de fabriek wordt de basisafstelling 
van de carburateur uitgevoerd. Een fijnafstelling moet 
worden gedaan door een opgeleid, kundig persoon.
Aanbevolen stationair toerental: Zie hoofdstuk 
Technische gegevens.
Fijnafstelling van schroef T
Het stationair toerental wordt afgesteld met de schroef T. 
Als afstelling nodig is, moet u terwijl de motor draait, de 
schroef met de klok mee draaien tot de ketting begint te 
roteren. Draai daarna de schroef tegen de klok in tot de 
ketting stilstaat. Het stationair toerental is correct 
afgesteld wanneer de motor in alle posities gelijkmatig 
draait en dit met een goede marge tot het toerental 
waarbij de ketting begint te draaien.
Correct afgestelde carburateur
Een correct afgestelde carburateur houdt in dat de 
machine zonder enige aarzeling accelereert en dat de 
machine een ietsje ”lalt” bij vol gas geven. Verder mag de 
ketting niet roteren bij stationair draaien. Een te arm 
afgestelde L-naald kan tot startmoeilijkheden en slecht 
accelereren leiden. Een te arm afgestelde H-naald leidt 
tot een lager vermogen van de machine, een slechte 
acceleratie en/of motorbeschadiging.
Controle, onderhoud en service 
van de veiligheidsuitrusting van 
de motorkettingzaag
Kettingrem met terugslagbeveiliging
Controle van slijtage aan de remvoering
Maak de kettingrem en de koppelingtrommel vrij van 
spaanders, hars en vuil. Vuil en slijtage hebben een 
negatieve invloed op het remvermogen. (84)
Controleer regelmatig of de dikte van de remvoering op 
de meest versleten plaats tenminste 0,6 mm bedraagt.
Terugslagbeveiliging controleren
Controleer of de terugslagbeveiliging geen zichtbare 
beschadigingen vertoont zoals materiaalbarsten.
Duw de terugslagbeveiliging naar voren en terug om te 
controleren of hij makkelijk loopt en of hij stabiel 
verankerd is bij zijn verbinding in het koppelingdeksel.
Controle van het traagheidsmechanisme
Hou de motorzaag, met de motor uit, boven een 
boomstronk of een ander stabiel voorwerp. Laat de 
voorhandgreep los en laat de motorzaag door zijn eigen 
gewicht, draaiend rond de achterhandgreep, naar de 
stronk vallen. (85)
Wanneer de punt van het zaagblad de stronk raakt, 
moet de rem geactiveerd worden.
 (85)
Controle rechterhandrem
Controleer of de rechterhandbeveiliging geen zichtbare 
beschadigingen vertoont, bijv. materiaalbarsten. (87)
Duw de rechterhandrem naar voren/omhoog om te 
controleren of hij makkelijk loopt en of hij stabiel 
verankerd is bij zijn verbinding in het koppelingdeksel. 
(86)
!
WAARSCHUWING! Als het stationair 
toerental niet zo kan worden afgesteld 
dat de ketting stilstaat, dient u uw dealer 
te raadplegen. Gebruik de motorzaag 
nooit voor ze correct is afgesteld of 
gerepareerd.
Let op! Om service en reparaties aan de machine uit te 
voeren, is een speciale opleiding nodig. Dit geldt vooral 
voor de veiligheidsuitrusting van de machine. Als de 
machine één van de volgende controles niet goed 
doorstaat, raden wij aan dat u naar uw 
servicewerkplaats gaat.