Справочник Пользователя для McCulloch M51-140WR

Скачать
Страница из 320
BRANDSTOFHANTERING
Dutch
 –
 85
Algemeen
Brandstof
Benzine
Gebruik loodvrije of gelode benzine van een hoge 
kwaliteit.
Het aanbevolen laagste octaangehalte is 90 (RON). 
Indien u de motor laat lopen op benzine met een lager 
octaangehalte dan 90, kan het zogenaamde kloppen 
optreden. Hierdoor stijgt de motortemperatuur wat tot 
zware motorbeschadigingen kan leiden.
Waar milieuvriendelijke benzine, de zog. 
alkylaatbenzine, verkrijgbaar is, moet deze gebruikt 
worden.
Motorolie
De motorolie moet de eerste keer vervangen worden 
na 5 uur bedrijfstijd. Zie Technische gegevens voor 
informatie over het aanbevolen type olie. Gebruik 
nooit olie bedoeld voor tweetaktmotoren.
Tanken
Start de machine nooit:
Indien u brandstof of motorolie op de machine hebt 
gemorst. Droog alles af en laat de benzineresten 
verdampen.
Als u brandstof op uzelf of op uw kleding gemorst 
heeft, trek schone kleding aan. Was de lichaamsdelen 
die in contact zijn geweest met brandstof. Gebruik 
water en zeep.
Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop 
en de brandstofleidingen regelmatig op lekkage.
Transport en opbergen
Bewaar en vervoer de machine en brandstof zo, dat 
eventuele lekkage en dampen niet in contact kunnen 
komen met vonken of open vuur, bijvoorbeeld van 
elektrische machines, elektrische motoren, 
stopcontacten/schakelaars, verwarmingsketels e.d.
Bij opslag en vervoer van brandstof moeten altijd 
speciaal voor dat doel bestemde en goedgekeurde 
tanks worden gebruikt.
Opslag voor lange tijd
Als de machine gedurende lange tijd niet gebruikt zal 
worden, moet de brandstoftank leeggemaakt worden. 
Vraag bij uw tankstation of bij de gemeente waar u de 
afgetapte brandstof kwijt kan.
!
WAARSCHUWING! Een motor laten 
lopen in een afgesloten of slecht 
geventileerde ruimte kan dodelijke 
ongelukken veroorzaken door 
verstikking of koolmonoxidevergiftiging.
Brandstof en brandstofdampen zijn zeer 
brandgevaarlijk en kunnen leiden tot 
ernstig letsel bij inademing en contact 
met de huid. Wees daarom voorzichtig 
wanneer u met brandstof werkt en zorg 
voor goede luchtventilatie bij de 
brandstofhantering.
De uitlaatgassen van de motor zijn heet 
en kunnen vonken bevatten die brand 
kunnen veroorzaken. Start de machine 
daarom nooit binnenshuis of in de buurt 
van licht ontvlambaar materiaal!
Rook niet en plaats ook geen warm 
voorwerp in de buurt van de brandstof.
LET OP! De machine heeft een viertaktmotor. Zorg 
ervoor dat er altijd voldoende olie in de olietank zit.
LET OP! Controleer het oliepeil voordat de grasmaaier 
wordt gestart. Een te laag oliepeil kan ernstige 
beschadigingen aan de motor veroorzaken. Zie de 
instructies in het hoofdstuk "Onderhoud".
!
WAARSCHUWING! Stop de motor en laat 
hem voor het tanken enkele minuten 
afkoelen.
Gebruik altijd een benzinekan om 
morsen te voorkomen.
Open de dop van de tank voorzichtig 
wanneer u wilt tanken zodat eventuele 
overdruk langzaam verdwijnt.
Maak de omgeving rond de tankdop 
schoon.
Draai de dop van de tank goed vast na 
het tanken. Door nalatigheid kan er 
brand ontstaan.
Verplaats de machine ten minste 3 m van 
de tankplaats voor u de motor start.