Справочник Пользователя для Sony SDM-HS95P/R

Скачать
Страница из 263
16
De MODUS instellen (BEELD)
Als u herhaaldelijk op de 
 
toets aan de rechterkant van de 
monitor drukt, kunt u de modus kiezen uit FILM 
PC 
t AUTO t SPEL.
Als u "AUTO" selecteert, wordt de helderheid van het scherm 
automatisch aangepast aan de helderheid van de omgeving 
(functie voor het automatisch aanpassen van de helderheid). Zie 
"Functie voor het automatisch aanpassen van de helderheid 
(lichtsensor)"
 voor meer informatie.
Druk herhaaldelijk op de 
 toets.
De standaardinstelling voor MODUS is "FILM". Als u één keer 
op de 
 toets drukt, wordt "FILM" (de standaardinstelling) 
weergegeven. Druk u nogmaals op deze toets, dan wordt "PC" 
weergegeven.
Wanneer u op de 
 toets drukt, wordt de modus als volgt 
gewijzigd:
De afzonderlijke modi verschijnen op het scherm. Het menu 
verdwijnt automatisch na ongeveer 5 seconden.
Functie voor het automatisch 
aanpassen van de helderheid 
(lichtsensor)
Deze monitor heeft een functie waarmee de helderheid van het 
scherm automatisch wordt aangepast aan de helderheid van de 
omgeving. De helderheid van het scherm wordt ingesteld op het 
meest geschikte niveau als u de MODUS instelt op AUTO met de 
 toets aan de rechterkant van de monitor of in het BEELD 
menu. De helderheid van het scherm is standaard ingesteld op 
FILM. Als u de MODUS instelt op AUTO met de 
 toets aan 
de rechterzijde van de monitor, wordt de aanpassingsbalk ook 
weergegeven. U kunt de balk aanpassen met de 
m/M toetsen. De 
helderheid van het scherm wordt aangepast aan het niveau dat u 
hebt ingesteld.
Functie voor automatisch 
aanpassen van de beeldkwaliteit 
(alleen analoog RGB-signaal)
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, 
worden de beeldpositie en -scherpte (fase/pitch) 
automatisch aangepast zodat er een scherp beeld 
op het scherm verschijnt.
Fabrieksinstelling
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, wordt deze 
automatisch afgestemd op een van de fabrieksinstellingen die in 
het geheugen van de monitor zijn opgeslagen om een beeld van 
hoge kwaliteit in het midden van het scherm te verkrijgen. 
Wanneer het ingangssignaal overeenkomt met de 
fabrieksinstelling, wordt het beeld automatisch op het scherm 
weergegeven met de juiste standaardinstellingen.
Als ingangssignalen niet overeenkomen met de 
fabrieksinstellingen
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt dat niet overeenkomt 
met een van de fabrieksinstellingen, wordt de functie voor het 
automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit van de monitor 
geactiveerd waardoor er altijd een scherp beeld verschijnt op het 
scherm (binnen het volgende frequentiebereik):
Horizontale frequentie: 28–80 kHz
Verticale frequentie:
48–75 Hz
De eerste keer dat de monitor ingangssignalen ontvangt die niet 
overeenkomen met een van de fabrieksinstellingen, kan het langer 
dan normaal duren voordat het beeld op het scherm verschijnt. De 
instelgegevens worden automatisch opgeslagen in het geheugen 
zodat de monitor op dezelfde manier werkt als wanneer de 
monitor signalen ontvangt die wel overeenkomen met een van de 
fabrieksinstellingen.
Fase, pitch en beeldpositie handmatig aanpassen
Voor sommige ingangssignalen kunnen beeldpositie, fase en 
pitch niet helemaal automatisch worden aangepast. Deze 
instellingen kunnen dan handmatig worden aangepast 
(pagina 13). Wanneer u deze instellingen handmatig aanpast, 
worden deze als gebruikersstanden in het geheugen opgeslagen en 
automatisch weer opgeroepen wanneer de monitor dezelfde 
ingangssignalen ontvangt.
Opmerking
Als de functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit is 
geactiveerd, functioneert alleen de 1 (stroom) schakelaar.
Het beeld kan gedurende deze tijd flikkeren, maar dit is geen defect. 
Wacht even tot de aanpassing is voltooid.
5 0
F I L M
:
P C
:
AU TO
:
S P E L
:
,