Справочник Пользователя для Sony CPD-E230

Скачать
Страница из 52
6
Verhelpen van storingen
Geen beeld
Indien de 
1 (aan/uit) indicator niet verlicht is
• Controleer of het netsnoer goed is aangesloten.
• Controleer of de 1 (aan/uit) schakelaar “aan” staat.
De 1 (aan/uit) indicator is oranje
• Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en alle stekkers 
goed vastzitten.
• Controleer of de pinnen van de HD15 video-ingangsconnector niet 
verbogen of naar binnen gedrukt zijn.
• Controleer of de stroom van de computer “aan” is.
• De computer staat in de stroomspaarstand. Druk op een willekeurige 
toets op het toetsenbord of verplaats de muis.
• Controleer of de grafische kaart volledig in de correcte busaansluiting zit.
Indien de 1 (aan/uit) indicator groen is of oranje knippert
• Gebruik de zelfdiagnosefunctie.
Het beeld flikkert, springt, oscilleert of is vervormd
• Isoleer en elimineer potentiële bronnen van elektrische of magnetische 
velden zoals monitors, laser printers, elektrische ventilatoren, 
fluorescentieverlichting of televisietoestellen.
• Plaats de monitor uit de buurt van stroomkabels of plaats een 
magnetische afscherming bij de monitor.
• Probeer de monitor aan te sluiten op een ander stopcontact, bij voorkeur 
op een ander circuit.
• Probeer de monitor 90° naar links of naar rechts te draaien.
• Controleer de handleiding van uw grafische kaart voor de juiste instelling 
van de monitor.
• Controleer of de grafische mode en de frequentie van het ingangssignaal 
worden ondersteund door de monitor (zie “Preset mode timing table” op 
pagina i). Sommige grafische kaarten hebben een synchronisatiepuls die 
te smal is om de monitor correct te laten synchroniseren, ook al ligt de 
frequentie binnen het juiste bereik.
• Pas de verversingsfrequentie van de computer aan (verticale frequentie) 
om een optimaal beeld te verkrijgen.
Het beeld is wazig
• Stel de helderheid en het contrast bij.
• Demagnetiseer de monitor.*
• Moiré minimaliseren.
Echobeeld (ghosting)
• Gebruik geen videoverlengkabels en/of videoschakeldozen.
• Controleer of alle aansluitingen goed vastzitten.
Het beeld is niet gecentreerd of heeft niet de juiste 
afmetingen
• Regel formaat en centrering. Merk op dat het scherm met sommige 
ingangssignalen en/of grafische kaarten niet volledig is gevuld.
• Na het aanzetten van de aan/uit-schakelaar kan een correcte formattering/
centrering enige tijd in beslag nemen.
De hoeken van het beeld zijn krom
• Regel de geometrie.
Golvend of elliptisch patroon (moiré)
• Moiré minimaliseren.
• Verander uw desktoppatroon.
De kleur is niet gelijkmatig
• Demagnetiseer de monitor*. Indien u apparatuur die een magnetisch veld 
genereert, bijvoorbeeld een luidspreker, in de buurt van de monitor 
opstelt, of wanneer u de richting van de monitor verandert, is het 
mogelijk dat de kleuren niet meer gelijkmatig zijn.
Onzuivere witweergave
• Regel de kleurtemperatuur.
De knoppen op de monitor werken niet (
 verschijnt 
op het scherm)
• Indien de vergrendeling van de bedieningen op AAN staat, moet u deze 
op UIT zetten.
Letters en regels hebben rode of blauwe schaduwen aan 
de hoeken
• Convergentie regelen.
U hoort een brommend geluid direct na het inschakelen 
van de monitor
• Dit is het geluid van de zelf-demagnetiserende cyclus. Na het 
aanschakelen wordt het scherm automatisch gedurende vijf seconden 
gedemagnetiseerd.
* Indien er een tweede demagnetiseringscyclus nodig is, dient u voor het beste 
resultaat 20 minuten te wachten. U hoort eventueel een bromgeluid maar dat 
is normaal.
Schermberichten
Indien “BUITEN SCAN BEREIK” verschijnt:
geeft aan dat het ingangssignaal niet door de monitor kan worden 
verwerkt. Probeer de volgende oplossingen.
• Controleer of het videofrequentiebereik binnen de 
monitorspecificaties valt. Indien u een oude monitor door deze 
monitor heeft vervangen, sluit dan de oude monitor weer aan en stel 
het frequentiebereik op de volgende waarden in.
Horizontaal: 30 – 85 kHz
Verticaal: 48 – 170 Hz
Indien “GEEN INPUT SIGNAAL” verschijnt:
geeft aan dat er geen ingangssignaal aanwezig is. Probeer de volgende 
oplossingen.
• Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en alle 
stekkers goed vastzitten.
• Controleer of de pinnen van de HD15 video-ingangsconnector niet 
verbogen of naar binnen gedrukt zijn.
• Controleer of de stroom van de computer “aan” is.
• Controleer of de grafische kaart volledig in de correcte 
busaansluiting zit.
Indien “MONITOR IS IN DE 
STROOMSPAARSTAND” verschijnt:
geeft aan dat de computer in de energiespaarstand staat. Dit bericht 
verschijnt alleen wanneer uw computer zich in de stroomspaarstand 
bevindt en u op een willekeurige toets op de monitor drukt. Probeer de 
volgende oplossingen.
• Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord of verplaats de muis.
• Controleer of de stroom van de computer “aan” is.
• Controleer of de grafische kaart volledig in de correcte 
busaansluiting zit.
Weergave van de naam van de monitor, het 
serienummer en de productiedatum.
Als de monitor een videosignaal 
ontvangt, moet u de MENU/OK 
toets meer dan vijf seconden 
ingedrukt houden om de 
informatiebox van deze monitor te 
laten verschijnen.
BUITEN  SCAN  BEREIK
INFORMATIE
1
MODE L : CPD - E 2 3 0
SER NO : 1 2 3 4 5 6 7
MANUF ACTURED : 2 0 0
I NFORMA T I E
1 - 5 2