Руководство Пользователя для Brother HL-5040
TCP/IP CONFIGUREREN 10 - 7
YL4US_FAX2800MFC4800-FM5.5
Unix/Linux-systemen
Op Unix-systemen dient u het koppelteken "-" te plaatsen tussen
ieder teken van het Ethernetadres.
ieder teken van het Ethernetadres.
arp -s 192.189.207.2 00-80-77-31-01-07
Om de afdrukserver te configureren en de verbinding te
controleren, dient u de volgende
controleren, dient u de volgende
ping-ipadres
opdracht in
te voeren, waar
ipadres
het IP-adres is van de afdrukserver.
Bijvoorbeeld:
ping 192.189.207.2
.
Om de opdracht arp -s te kunnen gebruiken, dient u zich op
hetzelfde Ethernetsegment te bevinden (met andere woorden, er
mag zich geen router bevinden tussen de afdrukserver en het
besturingssysteem).
Als er wel een router wordt gebruikt, dan gebruikt u BOOTP of
andere methoden die in dit hoofdstuk worden besproken om het
IP-adres in te voeren.
Als uw beheerder heeft geconfigureerd dat het systeem IP-
adressen verstrekt met gebruikmaking van BOOTP, DHCP of
RARP, kan uw Brother-afdrukserver een IP-adres ontvangen van
een van deze systemen voor het toewijzen van IP-adressen. In
welk geval u de opdracht ARP niet hoeft te gebruiken. De
opdracht ARP werkt slechts één keer. Nadat u de opdracht ARP
hebt gebruikt voor het configureren van het IP-adres van de
Brother-afdrukserver, kunt u de opdracht ARP om
veiligheidsredenen niet meer gebruiken om dat adres te wijzigen.
De afdrukserver zal alle pogingen tot wijziging van het IP-adres
negeren. Als u het IP-adres toch wilt wijzigen, dient u uw
webbrowser, TELNET (met de opdracht SET IP ADDRESS), het
bedieningspaneel van uw printer (als uw printer een LCD-paneel
heeft) te gebruiken, of moet u de afdrukserver terugstellen op de
standaardinstellingen (waarna u de opdracht ARP weer kunt
gebruiken).
hetzelfde Ethernetsegment te bevinden (met andere woorden, er
mag zich geen router bevinden tussen de afdrukserver en het
besturingssysteem).
Als er wel een router wordt gebruikt, dan gebruikt u BOOTP of
andere methoden die in dit hoofdstuk worden besproken om het
IP-adres in te voeren.
Als uw beheerder heeft geconfigureerd dat het systeem IP-
adressen verstrekt met gebruikmaking van BOOTP, DHCP of
RARP, kan uw Brother-afdrukserver een IP-adres ontvangen van
een van deze systemen voor het toewijzen van IP-adressen. In
welk geval u de opdracht ARP niet hoeft te gebruiken. De
opdracht ARP werkt slechts één keer. Nadat u de opdracht ARP
hebt gebruikt voor het configureren van het IP-adres van de
Brother-afdrukserver, kunt u de opdracht ARP om
veiligheidsredenen niet meer gebruiken om dat adres te wijzigen.
De afdrukserver zal alle pogingen tot wijziging van het IP-adres
negeren. Als u het IP-adres toch wilt wijzigen, dient u uw
webbrowser, TELNET (met de opdracht SET IP ADDRESS), het
bedieningspaneel van uw printer (als uw printer een LCD-paneel
heeft) te gebruiken, of moet u de afdrukserver terugstellen op de
standaardinstellingen (waarna u de opdracht ARP weer kunt
gebruiken).