Руководство Пользователя для Brother HL-6050DN

TCP/IP CONFIGUREREN 10 - 10

Bepaalde implementaties van BOOTP-hostsoftware reageren alleen 
op BOOTP-verzoeken als u in het configuratiebestand een download-
bestandsnaam hebt opgenomen; hiertoe maakt u gewoon een leeg 
bestand op de host en specificeert u dit bestand en zijn pad in het 
configuratiebestand.

Net als bij rarp, zal de afdrukserver zijn IP-adres bij de BOOTP-
server opvragen zodra de printer wordt opgestart.

Bij gebruik van een Novell-netwerk beschikt u over een aantal 
alternatieven voor het configureren van het IP-adres van Brother-
afdrukservers als u de Remote Console gebruikt. 

Op een NetWare-netwerk kunt u het hulpprogramma BRCONFIG 
gebruiken, dat met elke afdrukserver wordt meegeleverd.

Voer BRCONFIG uit vanaf het Windows

®

-menu. Selecteer in de lijst 

van afdrukservers de betreffende naam. Wanneer wordt gemeld dat 
de afdrukserver verbinding heeft gemaakt, typt u het 
standaardwachtwoord access als antwoord op de prompt “#”.

U wordt om een gebruikersnaam gevraagd. Voer bij deze prompt 
een willekeurige naam in.

Nu verschijnt de prompt 

Local>

. Typ 

SET IP ADDRESS

 

ipadres

, 

waar 

ipadres

 het IP-adres is dat u aan de afdrukserver wilt 

toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder welk IP-adres u kunt 
gebruiken). Bijvoorbeeld:

Local> SET IP ADDRESS 192.189.207.3

Stel het subnetmasker in door 

SET IP SUBNET subnetmasker

 te 

typen, waar 

subnetmasker

 het subnetmasker is dat u aan de 

afdrukserver wilt toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder welk 
subnetmasker u kunt gebruiken). Bijvoorbeeld:

Local> SET IP SUBNET 255.255.255.0