Инструкция С Настройками для Brother Innov-is VM6200D

Скачать
Страница из 4
1
Voordat u begint te naaien test u eerst het patroon 
vanaf stap 
a
 t/m 
e
 om te zien of u de steek kunt 
gebruiken met deze functie. Markeer het eindpunt 
voordat u begint te naaien.
a
Zet de machine aan.
b
Druk op de tab Naaisteken of 
Letter-/decoratieve steken in het scherm 
Naaisteken.
c
Begin te naaien en stop de machine 
wanneer het gewenste naai-eindpunt 
binnen het aanraakbereik van de sensorpen 
komt.
d
Druk op 
.
→ Het scherm Sensorfuncties verschijnt.
e
Druk op 
.
→ Het scherm Naai-eindpunt instellen verschijnt.
Eindpunt naaien opgeven met de sensorpen 
(versie 1.05 of later)
De procedures om het naai-eindpunt op te geven met de sensorpen verschillen 
van de procedures in de Bedieningshandleiding. Raadpleeg onderstaande 
procedures.
We adviseren u deze handleiding te bewaren bij de Bedieningshandleiding.
Opmerking
• Om de locatie nauwkeurig op te geven raakt u met de sensorpen het eindpunt tweemaal aan. Zorg dat 
u hetzelfde punt aanraakt.
• Markeer het eindpunt voordat u begint te naaien.
Opmerking
• Als u met de sensorpen de naaldstopstand 
opgeeft op minder dan 70 mm (ca. 2-3/4 inch) 
van het naai-eindpunt, is een tweede keer 
aanraken niet nodig. Nadat u stap 
f
 hebt 
voltooid, gaat u verder met stap 
j
. Het 
werkelijke naai-eindpunt wijkt mogelijk iets af 
van de opgegeven locatie.
Om de plek nauwkeurig op te geven stopt u 
de machine meer dan 70 mm (ca. 2-3/4 inch) 
vanaf het naai-eindpunt voordat u dit de 
eerste maal opgeeft.
Memo
• Als de naaldstopstand meer dan 100 mm 
(ca. 4 inch) verwijderd is van het eindpunt 
dat is geselecteerd met de sensorpen, kunt 
u de tweede maal dat u het punt aanraakt 
een nauwkeuriger positie kiezen.
Opmerking
• Als 
 niet beschikbaar is, kunt u het 
naai-eindpunt niet opgeven in het 
geselecteerde steekpatroon. Selecteer een 
ander steekpatroon.