Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN NEXT

Скачать
Страница из 328
76
Borduurpatronen controleren
Naaivolgorde bewerken
U kunt de naaivolgorde wijzigen door het kader dat 
het patroon bevat te selecteren en dit kader naar de 
nieuwe plaats te slepen. De rode lijn die wordt 
weergegeven, geeft aan naar welke plaats het 
kader wordt verplaatst.
Kleuren wijzigen
1.
Selecteer een of meer kaders in het deelvenster 
Naaivolgorde en klik vervolgens op 
 boven 
in het deelvenster Naaivolgorde.
 Het deelvenster Kleur wordt weergegeven 
voor de andere deelvensters.
2.
Klik op de gewenste kleur in het deelvenster 
Kleur.
c
“Kleur” op pagina 58.
Naai-eigenschappen wijzigen
1.
Selecteer een of meer kaders in het 
deelvenster Naaivolgorde en klik vervolgens 
op het tabblad Naai-eigenschappen. Als het 
tabblad Naai-eigenschappen niet wordt 
weergegeven, klikt u op het tabblad 
Weergave in het lint en vervolgens op Naai-
eigenschappen
.
Als de naaitypeselector niet wordt 
weergegeven in het lint, klikt u op het tabblad 
Eigenschappen in het lint.
2.
Wijzig de naai-eigenschappen en het 
naaitype.
c
“Naaitype” op pagina 59 en “Naai-
eigenschappen opgeven” vindt u op 
pagina 60
Borduurpatronen vergrendelen
U kunt borduurpatronen vergrendelen om te 
voorkomen dat ze worden verplaatst of verwijderd. 
U kunt vergrendelde borduurpatronen niet 
selecteren of bewerken.
1.
Selecteer een of meer patronen in het 
deelvenster Naaivolgorde en klik vervolgens 
op 
 boven in het deelvenster 
Naaivolgorde.
2.
Klik op 
 boven in het deelvenster 
Naaivolgorde.
Ook kunt u kaders verplaatsen door 
te klikken op de knoppen boven in 
het deelvenster Naaivolgorde.
: Klik hierop om het 
geselecteerde patroon te 
verplaatsen naar het begin 
van de naaivolgorde.
: Klik hierop om het 
geselecteerde patroon in de 
naaivolgorde één plaats naar 
voren te verplaatsen.
: Klik hierop om het 
geselecteerde patroon in de 
naaivolgorde één plaats naar 
achteren te verplaatsen.
: Klik hierop om het 
geselecteerde patroon te 
verplaatsen naar het einde 
van de naaivolgorde.
a
Opmerking:
Na het wijzigen van de naaivolgorde 
controleert u het stiksel om te zien of 
overlappende patronen niet worden genaaid 
in een onjuiste volgorde.
b
Memo:
• Kaders met 
 bevatten meerdere 
patronen van dezelfde kleur. Als u deze 
kaders selecteert om te vergrendelen, 
worden alle patronen in het kader 
vergrendeld.
 verschijnt als de vergrendelinstelling 
niet gelijk is voor alle patronen in een kader 
met een 
 ernaast.
• Als u de lijn of het gebied vergrendelt van 
een borduurpatroon dat bestaat uit een 
omtrek en een binnengebied, wordt het 
volledige borduurpatroon vergrendeld.
• Als u een gedeelte vergrendelt van een 
gecombineerd patroon, zoals 
gegroepeerde patronen, tekstindeling op 
een curve of een patronen met overlapping, 
wordt het volledige borduurpatroon 
vergrendeld.
le_basic.fm  Page 76  Tuesday, June 29, 2010  1:47 PM