Справочник Пользователя для Fluke Fluke 4325181
Модели
4325181
Earth/Ground Tester
Geavanceerd gebruik
27
Omdat alle vier de mastvoeten zijn verbonden met de funderingsaarde van de mast,
wordt de meetstroom I
wordt de meetstroom I
meet
op basis van de aanwezige weerstanden opgesplitst in vijf
delen.
Eén deel stroomt via de mastconstructie naar de bliksemdraad en verder naar de parallel
geschakelde aardingsweerstanden van de mast.
geschakelde aardingsweerstanden van de mast.
De andere vier stroomcomponenten (I
1
... I
4
) stromen weg via elke afzonderlijke mastvoet.
De som van alle stromen resulteert in de stroom I
E
door de aardingsweerstand, dat wil
zeggen de weerstand van de "samengestelde" aardelektrode naar de aarde.
De stroomtang/-transformator moet achtereenvolgens op elke mastvoet worden
aangesloten, waarbij telkens (viermaal) de weerstand moet worden gemeten. Deze
weerstanden zijn omgekeerd evenredig met de desbetreffende stroomcomponenten
I
aangesloten, waarbij telkens (viermaal) de weerstand moet worden gemeten. Deze
weerstanden zijn omgekeerd evenredig met de desbetreffende stroomcomponenten
I
1
... I
4
. Daarbij moet het voedingspunt van de meetstroom ongewijzigd worden gelaten,
om een verandering van de stroomverdeling te voorkomen.
Deze vervangingsweerstanden worden als volgt weergegeven:
li
U
R
meas
Ei
=
De aardingsweerstand R
E
van de mast kan vervolgens worden bepaald als een parallelle
schakeling van de afzonderlijke vervangingsweerstanden:
4
3
2
1
1
1
1
1
1
E
E
E
E
E
R
R
R
R
R
+
+
+
=
1. Zet de centrale draaischakelaar in stand “R
E
3 pole" of R
E
4 pole". Het
instrument moet worden bedraad overeenkomstig afbeelding 7 en de meldingen die
op het display worden weergegeven.
op het display worden weergegeven.
Een knipperende weergave van de buspictogrammen of duidt op
een verkeerde of niet-volledige aansluiting van het meetsnoer.
een verkeerde of niet-volledige aansluiting van het meetsnoer.
2. Breng de stroomtang/-transformator aan de mastvoet aan. Controleer of de
transformatieverhouding die op het instrument is ingesteld overeenkomt met de
gebruikte stroomtang/-transformator. Wijzig de instellingen indien nodig (zie “Wijzigen
van alle gegevensinstellingen met een persoonlijke code”).
gebruikte stroomtang/-transformator. Wijzig de instellingen indien nodig (zie “Wijzigen
van alle gegevensinstellingen met een persoonlijke code”).
3. Druk op de knop “START TEST”.
Er wordt een volledig automatische testsequentie van alle belangrijke parameters,
zoals de weerstand van de hulpaardelektrode, de probe en de aardelektrode,
uitgevoerd en afgesloten met de weergave van het resultaat R
zoals de weerstand van de hulpaardelektrode, de probe en de aardelektrode,
uitgevoerd en afgesloten met de weergave van het resultaat R
E
.
4. Lees
meetwaarde
R
E
af.
5. Roep
R
S
en R
H
op met "DISPLAY MENU".