Техническая Спецификация для Thomar W137-P Wireless Soil Moisture Meter W137-P
Модели
W137-P
Afvoer
a) Algemeen
Voer het product aan het einde van zijn levensduur af in overeenstemming met de geldende wettelijke
bepalingen.
bepalingen.
Verwijder evt. geplaatste batterijen en voer deze, gescheiden van het product, af.
b) Verwijderen van gebruikte batterijen/accu‘s
Als eindverbruiker bent u - conform de KCA-voorschriften - wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu‘s in te
leveren; batterijen/accu‘s mogen niet met het huishoudelijk afval worden meegegeven.
Als eindverbruiker bent u - conform de KCA-voorschriften - wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu‘s in te
leveren; batterijen/accu‘s mogen niet met het huishoudelijk afval worden meegegeven.
Batterijen/accu‘s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen.
Deze symbolen duiden erop dat afvoer via huishoudelijk afval verboden is. De aanduidingen voor de
betreffende zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood.
betreffende zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood.
Uw lege batterijen/accu‘s kunt u kosteloos inleveren bij de inzamelpunten in uw gemeente, bij al onze
vestigingen en overal waar batterijen/accu‘s worden verkocht!
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan het beschermen van het milieu!
Verklaring van overeenstemming (DOC)
Hierbij verklaren wij, Conrad Electronic, Klaus-Conrad-Straße 1, D-92240 Hirschau, dat dit product in overeenstem-
ming is met de algemene eisen en andere relevante voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG.
ming is met de algemene eisen en andere relevante voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG.
☞
De bij dit product behorende verklaring van conformiteit kunt u vinden op www.conrad.com.
Technische gegevens
Basisstation:
Voedingsspanning ................. 2 batterijen van het type AA/Mignon
Afmetingen ............................ 67,5 x 155 x 29 mm (b x h x d), zonder standaard
Gewicht .................................. ca. 105 g (excl. batterijen)
Radiografi sche sensor:
Voedingsspanning ................. 1 batterij van het type CR2032
Zendfrequentie ...................... 433 MHz
Zendinterval ........................... ca. 1 minuut
Zendbereik ............................. max. 10 m
Afmetingen ............................ 44 x 221 x 17 mm (b x h x d)
Gewicht .................................. ca. 30 g (excl. batterij)
Voedingsspanning ................. 2 batterijen van het type AA/Mignon
Afmetingen ............................ 67,5 x 155 x 29 mm (b x h x d), zonder standaard
Gewicht .................................. ca. 105 g (excl. batterijen)
Radiografi sche sensor:
Voedingsspanning ................. 1 batterij van het type CR2032
Zendfrequentie ...................... 433 MHz
Zendinterval ........................... ca. 1 minuut
Zendbereik ............................. max. 10 m
Afmetingen ............................ 44 x 221 x 17 mm (b x h x d)
Gewicht .................................. ca. 30 g (excl. batterij)
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de fi rma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld
fotokopie, microverfi lming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen
de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
fotokopie, microverfi lming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen
de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van
techniek en uitrusting voorbehouden.
techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2011 by Conrad Electronic SE.
V2_0511_01/AB
Ontvangstkanaal omschakelen
Als meer dan één radiografi sche sensor op het basisstation is aangemeld, drukt u meerdere keren kort op de toets
„CHANNEL/SEARCH“ om tussen de radiografi sche sensoren om te schakelen.
Verschijnt tevens het symbool „
„CHANNEL/SEARCH“ om tussen de radiografi sche sensoren om te schakelen.
Verschijnt tevens het symbool „
“ boven de weergave „CH“, dan schakelt het basisstation de weergave auto-
matisch om. De bodemvochtigheid van elke radiografi sche sensor wordt enige seconden lang weergegeven en
vervolgens wordt naar de volgende radiografi sche sensor omgeschakeld. Om het automatisch omschakelen te be-
eindigen, drukt u gewoon net zo vaak op de toets „CHANNEL/SEARCH“, tot de gewenste radiografi sche sensor
weer wordt weergegeven.
vervolgens wordt naar de volgende radiografi sche sensor omgeschakeld. Om het automatisch omschakelen te be-
eindigen, drukt u gewoon net zo vaak op de toets „CHANNEL/SEARCH“, tot de gewenste radiografi sche sensor
weer wordt weergegeven.
Radiografi sche sensor in de bloempot plaatsen, weergave van de bodem-
vochtigheid
vochtigheid
Steekt de meetpunt van de radiografi sche sensor in de bloempot (mocht de meetpunt door de fabrikant van een
dopje zijn voorzien, haal dit er dan eerst af!). Daarbij moeten de meetpunten ongeveer middenin de pot liggen - en
daar ter hoogte van de meeste wortels van de plant.
dopje zijn voorzien, haal dit er dan eerst af!). Daarbij moeten de meetpunten ongeveer middenin de pot liggen - en
daar ter hoogte van de meeste wortels van de plant.
☞
Steekt de meetpunt niet met geweld in de bloempot, omdat anders niet alleen de meetpunt beschadigd
raakt, maar ook de wortel van de plant.
De bodemvochtigheid wordt in de display van de radiografi sche sensor resp. boven in de display van het basisstation
als balkdiagram weergegeven.
4 Balk:
als balkdiagram weergegeven.
4 Balk:
vochtig
3 Balk:
gematigd vochtig
2 Balk:
gematigd droog
1 Balk:
droog
Houd er daarbij rekening mee, dat de weergave berust op de meting van de elektrische geleiding van de aarde. Als
de sensorpunt bijv. direct in het water ligt, worden hoogstens 2 of 3 balken weergegeven. De meetpunt moet daarom
voor een juiste meting in de aarde liggen!
de sensorpunt bijv. direct in het water ligt, worden hoogstens 2 of 3 balken weergegeven. De meetpunt moet daarom
voor een juiste meting in de aarde liggen!
Omschakelen tussen irrigatie-indicatie en bodemvochtigheid
Druk op het basisstation kort op de toets „WATERING/SET“, om tussen de weergave van de bodemvochtigheid (in de
display „SOIL MOISTURE“ en de irrigatie-indictie (in de display „WATERING AT...“) om te schakelen.
In het onderste gedeelte van de display worden de bijbehorende balkengrafi eken van alle 5 radiografi sche sensoren
weergegeven (er is een radiografi sche sensor bij de levering inbegrepen, meer kunnen als toebehoren worden
besteld).
display „SOIL MOISTURE“ en de irrigatie-indictie (in de display „WATERING AT...“) om te schakelen.
In het onderste gedeelte van de display worden de bijbehorende balkengrafi eken van alle 5 radiografi sche sensoren
weergegeven (er is een radiografi sche sensor bij de levering inbegrepen, meer kunnen als toebehoren worden
besteld).
Irrigatie-indicatie instellen
Voor elk(e) radiografi sch(e) sensor/kanaal kan worden ingesteld, vanaf wanneer de grafi ek in het midden van de
display aangeeft, de bijbehorende planten te sproeien. Deze instelling wordt ook gebruikt, als u het irrigatie-alarm
inschakelt.
• Kies eerst door meerdere keren kort op de toets „CHANNEL/SEARCH“ te drukken de gewenste radiografi sche
display aangeeft, de bijbehorende planten te sproeien. Deze instelling wordt ook gebruikt, als u het irrigatie-alarm
inschakelt.
• Kies eerst door meerdere keren kort op de toets „CHANNEL/SEARCH“ te drukken de gewenste radiografi sche
sensor, waarvoor u de irrigatie-indicatie wilt instellen (kanaalweergave rechtsboven in de display in acht nemen,
bijv. „CH 1“).
bijv. „CH 1“).
• Houd de toets „WATERING/SET“ zolang ingedrukt, tot de balkenweergave onderin de display knippert. Laat nu de
toets nu weer los.
• Stel met de toetsen „ “ resp. „ “ de balkenweergave in, wanneer een plant water moet krijgen. Sluit de instelling
af door de toets „WATERING/SET“ kort in te drukken (of wacht gewoon enkele seconden).
Voorbeeld:
U stelt de balkenweergave op 2 balken in.
Als nu de bodemvochtigheid van de plant in wiens pot de radiografi sche sensor zich bevindt, van 3 balken naar 2
U stelt de balkenweergave op 2 balken in.
Als nu de bodemvochtigheid van de plant in wiens pot de radiografi sche sensor zich bevindt, van 3 balken naar 2
balken daalt, dan knippert boven de balkenweergave een klein gietersymbool. Tevens wordt in het midden van de
display van het basisstation een grote grafi ek van een plant met hangende bloemen en een gieter weergegeven.
Als het irrigatie-alarm is ingeschakeld (zie volgende paragraaf), klinkt een signaal.
display van het basisstation een grote grafi ek van een plant met hangende bloemen en een gieter weergegeven.
Als het irrigatie-alarm is ingeschakeld (zie volgende paragraaf), klinkt een signaal.
Irrigatie-alarm in-/uitschakelen
Druk op het basisstation kort op de toets „WATERING AL. ON/OFF“, om het irrigatie-alarm in of uit te schakelen.
Als het irrigatie-alarm is ingeschakeld, wordt onderin de kanaalweergave het symbool „“ weergegeven.
Als het irrigatie-alarm is ingeschakeld, gaat bij het basisstation een alarm af, als de bodemvochtigheid te sterk daalt
(afhankelijk van de instelling van de irrigatie-indicatie, zie boven).
Als het irrigatie-alarm is ingeschakeld, wordt onderin de kanaalweergave het symbool „“ weergegeven.
Als het irrigatie-alarm is ingeschakeld, gaat bij het basisstation een alarm af, als de bodemvochtigheid te sterk daalt
(afhankelijk van de instelling van de irrigatie-indicatie, zie boven).
☞
Tussen 21.00 uur en 09.00 uur wordt het alarm automatisch geluidloos geschakeld.
Alarmsignaal op de radiografi sche sensor in-/uitschakelen
Via de toets „AL ON/OFF“ aan de achterkant kan een alarmsignaal in- resp. uitgeschakeld worden.
Als het irrigatie-alarm is ingeschakeld piept de radiografi sche sensor als de bodemvochtigheid te sterk daalt (slechts
één balk in de weergave).
Om het alarmsignaal in resp. uit te schakelen houdt u de toets „AL ON/OFF“ ca. 5 seconden ingedrukt.
Als het alarmsignaal werd ingeschakeld, knippert de LED in de radiografi sche sensor twee keer langzaam en klinken
er tevens 2 pieptonen.
Als het alarmsignaal werd uitgeschakeld, knippert de LED in de radiografi sche sensor twee keer snel.
Als het irrigatie-alarm is ingeschakeld piept de radiografi sche sensor als de bodemvochtigheid te sterk daalt (slechts
één balk in de weergave).
Om het alarmsignaal in resp. uit te schakelen houdt u de toets „AL ON/OFF“ ca. 5 seconden ingedrukt.
Als het alarmsignaal werd ingeschakeld, knippert de LED in de radiografi sche sensor twee keer langzaam en klinken
er tevens 2 pieptonen.
Als het alarmsignaal werd uitgeschakeld, knippert de LED in de radiografi sche sensor twee keer snel.
Reikwijdte
De reikwijdte van de overdracht van de radiografi sche signalen tussen radiografi sche sensor en basisstation be-
draagt tot 10 m.
De reikwijdte kan aanzienlijk worden verminderd door de nabijheid van kabels, leidingen, metalen delen, elektroni-
sche apparaten e.d. Ook dikke muren, constructies van staalbeton, isolatieruiten van gecoat glas enz. verminderen
de reikwijdte aanzienlijk.
draagt tot 10 m.
De reikwijdte kan aanzienlijk worden verminderd door de nabijheid van kabels, leidingen, metalen delen, elektroni-
sche apparaten e.d. Ook dikke muren, constructies van staalbeton, isolatieruiten van gecoat glas enz. verminderen
de reikwijdte aanzienlijk.
Onderhoud en schoonmaken
Het product is onderhoudsvrij, demonteer het nooit (uitsluitend voor de in deze gebruiksaanwijzing beschreven werk-
zaamheden voor het plaatsen/vervangen van de batterijen).
Maak het product schoon met een schone, zachte en droge doek.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen, omdat de behuizing daardoor
beschadigd kan raken of de juiste werking negatief kan worden beïnvloed.
De sensorpunt van de radiografi sche sensor kan onder stromend, schoon water worden schoongemaakt. Dompel de
radiografi sche sensor nooit in of onder water, daadoor raakt deze onherstelbaar beschadigd!
zaamheden voor het plaatsen/vervangen van de batterijen).
Maak het product schoon met een schone, zachte en droge doek.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen, omdat de behuizing daardoor
beschadigd kan raken of de juiste werking negatief kan worden beïnvloed.
De sensorpunt van de radiografi sche sensor kan onder stromend, schoon water worden schoongemaakt. Dompel de
radiografi sche sensor nooit in of onder water, daadoor raakt deze onherstelbaar beschadigd!