Справочник Пользователя для Leica Geosystems 820685

Скачать
Страница из 19
9
Bediening
Leica Lino 757665i nl 
de
GB
F
I
E
P
nl
DK
S
N
FIN
J
CN
ROK
PL
HR
H
RUS
CZ
GR
LT
LV
EST
SLO
SK
m
TR
Controle van de nauwkeurigheid van de 
horizontale lijn:
(alleen Lino L360, L2P5, L2+, L2G+, L2)
Zet de Lock schakelaar 
3 in de stand "Vrij" (
). 
Plaats het instrument circa 5 m vanaf de wand. Richt 
het instrument op de wand en schakel het in met de 
LASER toets 
1. Activeer de laserlijn met de LASER 
toets 
1 en markeer het snijpunt van de laserkruis-
draad op de wand.
Draai het instrument naar rechts en daarna naar links. 
Let op een verticale afwijking van de horizontale lijn 
ten opzichte van de markering. Als het verschil niet 
groter is dan 3 mm, dan is de nauwkeurigheid van de 
Leica Lino binnen de toleranties.
Controle van de nauwkeurigheid van de 
verticale lijn:
(alleen Lino L360, L2P5, L2+, L2G+, L2)
Zet de Lock schakelaar 
3 in de stand "Vrij" (
). 
Gebruik een schietlood als referentie en hang deze zo 
dicht mogelijk tegen een wand van circa 3 m hoog.
Plaats het instrument op een afstand van circa 1,5 m
van de wand en op een hoogte van circa 1,5 m. Richt
het instrument op de wand en schakel het instrument
in met de LASER toets 
1. Activeer de verticale 
laserlijn met de LASER toets 
1. Draai het instrument 
totdat de verticale laserlijn vlak boven de vloer op het 
schietlood staat. Bepaal nu de maximale afwijking van 
de laserlijn ten opzichte van het schietlood over de 
gehele lengte van de lijn. Als het verschil niet groter 
is dan 3 mm, dan is de nauwkeurigheid van de Leica 
Lino binnen de toleranties.
max. 
3 mm
5 m
1.5 m
 
max. 
3 mm