Техническая Спецификация для Reely RC model speedboat ARR 935 mm BM301A

Модели
BM301A
Скачать
Страница из 84
70
• Monteer op de roerhoorn van de servo’s een stangaansluiting. Plaats de roerhoorn zodanig op de servo dat de
roerhoorn in de neutrale positie precies naar de langsrichting van de servo is afgesteld (zie afbeelding 1). Maak de
roerhoorn met de centrale schroef aan de servoaandrijving vast. Bevestig de stuurstang met de stangaansluiting
aan de roerhoorn. Test de werking van de stuurservo.
• Bevestig nu de stuurservo met het accessoire uit de leveringsomvang van de servo in de RC-box.
b) Ontvanger inbouwen en aansluiten
• Sluit de vaarregelaar aan kanaal 2 van de ontvanger aan. Raadpleeg hiervoor de voorschriften in de handleiding
van de afstandsbediening.
• Kleef de ontvanger met een strook dubbelzijdige kleefband (vb. servotape) of een strook klittenband op de servoplank
(zie afbeelding 1, pos. 3).
Als in de ontvangeraansluitleiding van de vaarregelaar magneetkernen zijn gewikkeld, dienen ze voor de
ontstoring en moeten ze zo dicht mogelijk bij de ontvangerstekker zijn geplaatst.
Losse kabels moeten met een kabelbinder worden samengebonden opdat ze tijdens het varen niet in de
roerbesturing van de servo zouden raken.
c) Ontvangstantenne monteren
Naargelang de gebruikte afstandsbediening (27, resp. 40 MHz of 2,4 GHz) moet u overeenkomstig de voorschriften
van de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening, de ontvanger in de RC-box monteren. In afbeelding 1, pos. 3
ziet u een mogelijk montageplaats voor een 2,4 GHz-afstandsbediening. Voor de montage van de ontvangstantenne
neemt u de volgende opmerkingen in acht.
Moderne afstandsbedieningen met de 2,4 GHz-techniek hebben op de zender en ontvanger slechts korte
antennes nodig voor een betrouwbaar gebruik. Als ontvangstantenne zelf zijn slechts de weinige centimeters
die niet geïsoleerd zijn, van belang. De rest van de antennekabel dient als leiding/verlenging om vb. een
antenne uit een romp te kunnen voeren.
Voor een veilige ontvangst volstaat het dat de laatste drie centimeter van de ontvangstantenne in de romp
vb. met een kort, in de RC-box gekleefd stuk Bowden-buisje verticaal in de romp wordt geplaatst (afbeelding
1, pos. 4).
Gebruikt u een 27, resp. 40 MHz-afstandsbediening, dan raden wij u ten zeerste aan, de ontvangstantenne
met een Bowden-buisje voldoende lang uit de scheepsromp verticaal naar boven te voeren, in overeen-
stemming met uw eigen afmetingen.
Belangrijk!
Het bereik van de afstandsbediening kan bij een foutief geplaatste ontvangstantenne (de antenne ligt vb.
alleen in de scheepsromp) drastisch worden verkort. In dit geval is het model niet meer bestuurbaar. Controleer
voor elke vaart de correcte positie van de ontvangstantenne.