Справочник Пользователя для Synology DS415PLAY + 4x WD30EFRX DS415PLAY+4X3TBWDRED
Модели
DS415PLAY+4X3TBWDRED
Gebruikershandleiding Synology NAS
Gebaseerd op DSM 5,1
35 Hoofdstuk 6: Opslagruimte beheren met RAID-groepen
iSCSI LUN's beheren
iSCSI is een internetprotocolgebaseerde netwerkopslagstandaard voor de koppeling van opslagvoorzieningen.
iSCSI bevordert gegevensoverdracht langs LAN-netwerken, WAN-netwerken of het internet. Door iSCSI Targets
en iSCSI LUN's toe te wijzen, krijgen clientservers op dezelfde wijze toegang tot een opslagserver als tot een
lokale schijf.
iSCSI bevordert gegevensoverdracht langs LAN-netwerken, WAN-netwerken of het internet. Door iSCSI Targets
en iSCSI LUN's toe te wijzen, krijgen clientservers op dezelfde wijze toegang tot een opslagserver als tot een
lokale schijf.
iSCSI LUN-types
Synology NAS ondersteunt momenteel de volgende iSCSI-LUN-types:
iSCSI LUN (gewone bestanden)
: dit type van iSCSI LUN wordt gecreëerd door toewijzing van een deel van
een volume. Het volume kan later naar wens worden uitgebreid. Dit type iSCSI LUN levert de flexibiliteit van
dynamisch capaciteitsbeheer met Thin Provisioning.
dynamisch capaciteitsbeheer met Thin Provisioning.
iSCSI LUN (blokniveau)
: Dit iSCSI LUN-type wordt op een RAID Group gemaakt en biedt de flexibiliteit van
dynamisch capaciteitsbeheer naast geoptimaliseerde toegangsprestaties. U kunt de iSCSI LUN later
uitbreiden met behulp van niet toegewezen ruimte op de RAID Group.
uitbreiden met behulp van niet toegewezen ruimte op de RAID Group.
iSCSI LUN's maken, bewerken of verwijderen
U kunt de iSCSI LUN's beheren in
Opslagbeheer
>
iSCSI LUN
. Raadpleeg
DSM Help
voor gedetailleerde
instructies over het maken, wijzigen of verwijderen van iSCSI LUN's.
iSCSI Targets beheren
Door iSCSI Targets en iSCSI LUN's toe te wijzen, krijgen clientservers op dezelfde wijze toegang tot een
opslagserver als tot een lokale schijf. In werkelijkheid worden alle naar de schijf overgedragen gegevens echter
over het netwerk naar de opslagserver overgedragen.
opslagserver als tot een lokale schijf. In werkelijkheid worden alle naar de schijf overgedragen gegevens echter
over het netwerk naar de opslagserver overgedragen.
iSCSI Targets maken, bewerken of verwijderen
U kunt iSCSI Targets beheren in
Opslagbeheer
>
iSCSI Target
. Raadpleeg
DSM Help
voor gedetailleerde
instructies over het maken, wijzigen, verwijderen of registreren van iSNS-serverinformatie.
Harde schijven beheren
Met het gedeelte HDD/SSD van Opslagbeheer kunt u de status van op uw Synology NAS geïnstalleerde harde
schijven controleren en met de geleverde opties de prestaties en gezondheid van de harde schijf beheren en
analyseren. Om dit gedeelte te bekijken, gaat u naar
schijven controleren en met de geleverde opties de prestaties en gezondheid van de harde schijf beheren en
analyseren. Om dit gedeelte te bekijken, gaat u naar
Opslagbeheer
>
HDD/SSD
.
Schijfcache-ondersteuning inschakelen
Afhankelijk van het model kan schrijfcacheondersteuning worden ingeschakeld om de prestaties van uw
Synology NAS te verbeteren. Het uitschakelen van de schrijfcache beperkt het risico op gegevensverlies door
abnormale stroomstoringen. De systeemprestaties zullen echter lager zijn. Om de instellingen van de
schrijfcacheondersteuning te wijzigen, ga naar
Synology NAS te verbeteren. Het uitschakelen van de schrijfcache beperkt het risico op gegevensverlies door
abnormale stroomstoringen. De systeemprestaties zullen echter lager zijn. Om de instellingen van de
schrijfcacheondersteuning te wijzigen, ga naar
Opslagbeheer
>
HDD/SSD
.
We bevelen het gebruik van een UPS aan om uw gegevens te beveiligen wanneer schrijfcacheondersteuning is
ingeschakeld. Het wordt ook aanbevolen om het systeem telkens na gebruik correct af te sluiten.
ingeschakeld. Het wordt ook aanbevolen om het systeem telkens na gebruik correct af te sluiten.
S.M.A.R.T.-test
De S.M.A.R.T.-test onderzoekt en rapporteert de status van uw harde schijvenen waarschuwt voor mogelijke
schijfdefecten. Wilt u een S.M.A.R.T.-test uitvoeren, ga naar
schijfdefecten. Wilt u een S.M.A.R.T.-test uitvoeren, ga naar
Opslagbeheer
>
HDD/SSD
. Raadpleeg
DSM Help
voor meer informatie over S.M.A.R.T.-tests.