Sony CDX-GT55IP 用户手册

下载
页码 120
22
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het 
oplossen van problemen die zich met het apparaat 
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt, 
moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en 
gebruik controleren.
Algemeen
Het apparaat wordt niet van stroom voorzien.
• Controleer de aansluiting. Controleer de zekering 
wanneer alles in orde is.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het scherm 
verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met 
de afstandsbediening.
t Schakel het apparaat in.
De elektrisch bediende antenne schuift niet uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos.
Geen geluid.
• Het volume is te laag.
• De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone 
ATT-functie (als de interfacekabel of een 
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is 
ingeschakeld.
• De positie van de faderregelaar "FAD" is niet 
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgeschakeld (pagina 15).
• Er is een optionele versterker aangesloten en u 
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de positie van de 
contactsleutel wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de 
voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt 
de demonstratie gestart.
Als er 5 minuten geen handeling wordt uitgevoerd en 
"DEMO-ON" is ingesteld, wordt de demonstratie 
gestart.
t Stel "DEMO-OFF" in (pagina 15).
Het scherm verdwijnt van/verschijnt niet in het 
display.
• De dimmer is ingesteld op "DIMMER-ON" 
• Het scherm verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze 
toets ingedrukt houdt.
t Druk op (OFF) op het apparaat en houd deze 
toets ingedrukt tot het scherm verschijnt.
• De aansluitingen zijn vuil (pagina 20).
De functie voor automatisch uitschakelen 
werkt niet.
Het apparaat is ingeschakeld. De functie voor het 
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het 
apparaat is uitgeschakeld.
t Schakel het apparaat uit.
De kaartafstandsbediening werkt niet.
Controleer of het beschermende laagje is verwijderd 
(pagina 4).
DSO werkt niet.
DSO heeft wellicht niet het gewenste effect, 
afhankelijk van het auto-interieur of het muziekgenre.
CD's afspelen
De disc kan niet worden geplaatst.
• Er zit al een disc in het apparaat.
• De disc is met kracht omgekeerd of in de verkeerde 
richting geplaatst.
De disc wordt niet afgespeeld.
• Disc defect of vuil.
• De CD-R's/CD-RW's zijn niet geschikt voor 
audiogebruik (pagina 18).
MP3-/WMA-/AAC-bestanden kunnen niet 
worden afgespeeld.
De disc is niet compatibel met de MP3-/WMA-/AAC-
indeling en -versie (pagina 18).
MP3-/WMA-/AAC-bestanden worden minder 
snel afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat het 
afspelen wordt gestart:
– discs opgenomen met een ingewikkelde structuur;
– discs die in Multi Session (meerdere sessies) zijn 
opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd.
De schermitems rollen niet.
• Bij sommige discs met heel veel tekens kunnen de 
tekens niet rollen.
• "A.SCRL" is ingesteld op "OFF".
t Stel "A.SCRL-ON" in (pagina 15).
t Houd (DSPL) (SCRL) ingedrukt.
Het geluid verspringt.
• Het apparaat is niet goed geïnstalleerd. 
t Installeer het apparaat onder een hoek van minder 
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• Disc defect of vuil.
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets (pagina 4).