Husqvarna 952802154 用户手册

下载
页码 464
ONDERHOUD
Dutch – 423
1154212-26 Rev.3 2012-02-22
Algemeen
De gebruiker mag alleen die onderhouds- en servicewerk-
zaamheden uitvoeren die in deze gebruiksaanwijzing wor-
den beschreven. Meer ingrijpende maatregelen moeten 
door een erkende servicewerkplaats worden uitgevoerd.
Carburateurinstelling
Uw Husqvarna-product is geconstrueerd en gemaakt 
volgens specificaties, die de schadelijke uitlaatgassen 
reduceren. 
Werking
• Via de gasklepbediening stuurt de carburateur het 
toerental van de motor. In de carburateur worden 
brandstof en lucht vermengd. Dit mengsel (brandstof/
lucht) kan worden afgesteld. Om het maximum 
vermogen van de machine te kunnen benutten, moet de 
afstelling correct zijn.
• De T-schroef regelt de positie van de gasklepbediening 
bij stationair draaien. Als de T-schroef met de klok mee 
wordt gedraaid, krijgt men een hoger stationair toerental 
en als ze tegen de klok in wordt gedraaid, een lager 
stationair toerental.
Basisafstelling en inrijden
Tijdens het testen in de fabriek wordt de basisafstelling van 
de carburateur uitgevoerd. Een fijnafstelling moet worden 
gedaan door een opgeleid, kundig persoon.
Aanbevolen stationair toerental: Zie hoofdstuk Technische 
gegevens.
Fijnafstelling van schroef T
Het stationair toerental wordt afgesteld met de schroef T. 
Als afstelling nodig is, moet u terwijl de motor draait, de 
schroef met de klok mee draaien tot de ketting begint te 
roteren. Draai daarna de schroef tegen de klok in tot de 
ketting stilstaat. Het stationair toerental is correct afgesteld 
wanneer de motor in alle posities gelijkmatig draait en dit 
met een goede marge tot het toerental waarbij de ketting 
begint te draaien.
Controle, onderhoud en service 
van de veiligheidsuitrusting van 
de motorkettingzaag
Kettingrem met terugslagbeveiliging
Controle van slijtage aan de remvoering
Maak de kettingrem en de koppelingtrommel vrij van 
spaanders, hars en vuil. Vuil en slijtage hebben een 
negatieve invloed op het remvermogen. (46)
Controleer regelmatig of de dikte van de remvoering op de 
meest versleten plaats tenminste 0,6 mm bedraagt.
Terugslagbeveiliging controleren
Controleer of de terugslagbeveiliging geen zichtbare 
beschadigingen vertoont zoals materiaalbarsten.
Duw de terugslagbeveiliging naar voren en terug om te 
controleren of hij makkelijk loopt en of hij stabiel verankerd 
is bij zijn verbinding in het koppelingdeksel. (47)
Controle van het traagheidsmechanisme
Hou de motorzaag, met de motor uit, boven een 
boomstronk of een ander stabiel voorwerp. Laat de 
voorhandgreep los en laat de motorzaag door zijn eigen 
gewicht, draaiend rond de achterhandgreep, naar de 
stronk vallen.
Wanneer de punt van het zaagblad de stronk raakt, 
moet de rem geactiveerd worden.
 (48)
Controle rechterhandrem (240e TrioBrake)
Controleer of de rechterhandbeveiliging geen zichtbare 
beschadigingen vertoont, bijv. materiaalbarsten.
Duw de rechterhandrem naar voren/omhoog om te 
controleren of hij makkelijk loopt en of hij stabiel verankerd 
is bij zijn verbinding in het koppelingdeksel.
De zaag nooit aan de beugel dragen of ophangen! Dat 
kan het mechanisme beschadigen, waardoor de 
kettingrem niet langer functioneert. (49)
Remvermogen controleren
Plaats de motorkettingzaag op een stabiele ondergrond en 
start ze. Zorg ervoor dat de zaagketting niet in contact kan 
komen met de grond of een ander voorwerp. Zie instructies 
onder de kop Starten en stoppen.
Hou de motorkettingzaag stevig vast met uw duimen en 
vingers stevig om de handvatten.
Geef volgas en activeer de kettingrem door uw linkerpols 
naar de terugslagbeveiliging te bewegen. Laat het voorste 
handvat niet los. De ketting moet onmiddellijk stoppen.
!
WAARSCHUWING! Als het stationair 
toerental niet zo kan worden afgesteld 
dat de ketting stilstaat, dient u uw dealer 
te raadplegen. Gebruik de motorzaag 
nooit voor ze correct is afgesteld of 
gerepareerd.
Let op! Om service en reparaties aan de machine uit te 
voeren, is een speciale opleiding nodig. Dit geldt vooral 
voor de veiligheidsuitrusting van de machine. Als de 
machine één van de volgende controles niet goed 
doorstaat, raden wij aan dat u naar uw 
servicewerkplaats gaat.  Al het overige onderhoud dat 
niet in dit handboek wordt genoemd moet uitgevoerd 
worden door een erkende werkplaats (dealer).
Zet de motor af en maak de ontstekingskabel los vóór 
reparatie of onderhoud