Husqvarna 140E 用户手册

下载
页码 420
ARBEIDSTECHNIEK
Dutch
 –
 187
1154580-38 Rev.1 2011-12-05
zijn klein, maar sommige kunnen bliksemsnel en erg 
krachtig zijn.
2
Hou de motorzaag altijd stevig vast met uw 
rechterhand op het achterste handvat en uw linker 
handvat op het voorste handvat. Plaats uw duimen en 
vingers rond de handvatten. Iedereen, of men nu 
rechts- of linkshandig is, moet de motorzaag op deze 
manier vastgrijpen. Want dit is de beste greep om het 
terugslageffect te reduceren en de controle over de 
motorzaag te behouden. Laat de handvatten niet 
los! 
 (51)
3
De meeste terugslagongevallen gebeuren bij het 
snoeien. Zorg ervoor dat u stevig staat  en dat er niets 
op de grond ligt waarover u kunt struikelen of uw 
evenwicht kunt verliezen.
Door onoplettendheid kan de terugslagrisico-sector 
van de motorzaag onopzettelijk een tak, een boom in 
de buurt of een ander voorwerp raken, en terugslag 
veroorzaken.
Zorg dat u controle over het werkstuk hebt. Als de 
stukken, die u zaagt, klein en licht zijn kunnen ze in de 
ketting vastraken en naar u geworpen worden. Al 
hoeft dit op zich niet gevaarlijk te zijn, u kunt erdoor 
verrast worden en de controle over de zaag verliezen. 
Zaag nooit opgestapelde stammen of takken zonder 
ze eerst uit elkaar te trekken. Zaag slechts een stam 
of een stuk per keer. Verwijder de afgezaagde stukken 
om uw werkterrein veilig te houden. (52)
4
Gebruik de motorzaag nooit hoger dan 
schouderhoogte en zaag niet met de tip van het 
zaagblad. Zaag nooit wanneer u de motorzaag 
slechts met één hand vasthoudt! 
 (53)
5
Om volledige controle te hebben over uw 
motorkettingzaag is het noodzakelijk dat u stabiel 
staat. Werk nooit terwijl u op een trap staat, hoog in 
een boom of op plaatsen waar u geen stabiele 
ondergrond hebt om op te staan. (54)
6
Zaag met een hoge kettingsnelheid, d.w.z. met 
volgas.
7
Wees extra voorzichtig wanneer u met de bovenkant 
van het zaagblad zaagt, d.w.z. wanneer u van de 
onderkant van het zaagvoorwerp zaagt. Dit wordt 
zagen met duwende ketting genoemd. De ketting 
duwt de motorzaag dan naar achteren naar de 
gebruiker toe. Wanneer de ketting beklemd raakt, kan 
de motorzaag naar achteren naar u toe worden 
geworpen. (55)
8
Als de gebruiker deze duwende beweging niet 
pareert, bestaat het risico dat de motorzaag zo ver 
naar achter wordt geduwd dat de terugslagrisico-
sector van het zaagblad het enige contact met de 
boom vormt, wat tot terugslag leidt. (56)
Met de onderkant van het zaagblad zagen, d.w.z. van 
de bovenkant van het zaagvoorwerp naar beneden, 
wordt zagen met trekkende ketting genoemd. Dan 
wordt de motorzaag naar de boom getrokken en de 
voorkant van de motorzaaghuis vormt dan een 
natuurlijke steun tegen de stam. Bij zagen met 
trekkende ketting heeft de gebruiker meer controle 
over de motorkettingzaag en waar de terugslagrisico-
sector van het zaagblad zich bevindt. (57)
9
Volg de vijl- en onderhoudsinstructies voor het 
zaagblad en de ketting. Als u het zaagblad en de 
ketting vervangt, mag slechts één van de door ons 
aanbevolen combinaties gebruikt worden. Zie 
instructies in de hoofdstukken Snijuitrusting en 
Technische gegevens.
Basistechniek zagen
Algemeen
Geef altijd volgas bij het zagen!
Laat de motor na elke zaagsnede stationair draaien 
(als de motor langdurig op volle toeren draait zonder 
dat hij belast wordt, d.w.z. zonder de weerstand die de 
motor bij het zagen via de ketting ondervindt, kan dit 
tot ernstige beschadigingen van de motor leiden).
Vanaf de bovenkant zagen = met ”trekkende” ketting 
zagen.
Vanaf de onderkant zagen = met ”duwende” ketting 
zagen.
Zagen met een ”duwende” ketting betekent een groter 
risico op terugslag. Zie instructies in het hoofdstuk 
Maatregelen die terugslag voorkomen.
Benamingen
Zagen = Algemene benaming voor zagen door hout.
Snoeien = Takken van een gevelde boom afzagen.
Splijten = Wanneer het voorwerp dat u door/af wilt zagen 
afbreekt voor u de hele zaagsnede aangebracht heeft.
Voor het zagen moet u rekening houden met vijf erg 
belangrijke factoren:
1
De snijuitrusting mag niet vastgeklemd worden in de 
motorzaagsnede. (59)
2
Het zaagvoorwerp mag niet splijten. (58)
3
De ketting mag tijdens en na het zagen niet in contact 
komen met de grond of een ander voorwerp. (60)
4
Bestaat er risico op terugslag? (4)
5
Kunt u op deze grond en in deze omgeving veilig gaan 
en staan?
Dat de ketting wordt vastgeklemd of dat het 
zaagvoorwerp splijt is te wijten aan twee oorzaken: welke 
steun het zaagvoorwerp voor en na het zagen heeft en of 
het zaagvoorwerp onder spanning staat.
De eerder genoemde ongewenste verschijnselen kunnen 
in de meeste gevallen voorkomen worden door het zagen 
!
WAARSCHUWING! Gebruik nooit een 
motorzaag door hem met een hand vast 
te houden. U kunt een motorzaag niet 
veilig controleren met een hand. Hou de 
handgrepen altijd met beide handen 
stevig vast.