Xerox Xerox Wireless Print Solutions Adapter Support & Software 用户指南
Xerox
®
Wireless Print Solutions Adapter (Xerox
®
Draadloze adapter voor afdrukoplossingen)
Handleiding voor de gebruiker
34
8
Pagina Diagnostics
(Diagnostiek)
(Diagnostiek)
Voor toegang tot de pagina Diagnostics (Diagnostiek) meldt u zich aan bij Web Manager en klikt u op
het tabblad Diagnostics (Diagnostiek). Op de pagina Diagnostics (Diagnostiek) kunt u DNS-instellingen
bekijken en configureren, apparaten pingen, netwerkroutes bekijken en configureren en traceroutes
uitvoeren.
het tabblad Diagnostics (Diagnostiek). Op de pagina Diagnostics (Diagnostiek) kunt u DNS-instellingen
bekijken en configureren, apparaten pingen, netwerkroutes bekijken en configureren en traceroutes
uitvoeren.
DNS
De primaire en secundaire DNS-adressen zijn afkomstig van de actieve interface. DHCP onderdrukt de
statische adressen uit de configuratie-instellingen van de netwerkinterface.
statische adressen uit de configuratie-instellingen van de netwerkinterface.
Als u de DNS-hostnaam of het IP-adres voor een adres wilt opzoeken, typt u het adres of de hostnaam
in het veld en klikt u op Lookup (Opzoeken).
in het veld en klikt u op Lookup (Opzoeken).
Toegang tot de DNS-instellingen
1.
Als u de huidige DNS-naam of het huidige IP-adres wilt bekijken, klikt u op de pagina Diagnostics
(Diagnostiek) op DNS.
(Diagnostiek) op DNS.
2.
Als u de DNS-instellingen wilt configureren, klikt u op de pagina Diagnostics (Diagnostiek) op
DNS, begint u met het invoeren van de naam van een DNS-host en klikt u op Lookup (Opzoeken).
DNS, begint u met het invoeren van de naam van een DNS-host en klikt u op Lookup (Opzoeken).
3.
Als u de DNS-servers handmatig wilt configureren, klikt u op het tabblad Network (Netwerk).
–
Als u Wireless (Draadloos) wilt configureren, klikt u op Wireless
Network > Interface > Configuration (Draadloos netwerk > Interface > Configuratie).
Network > Interface > Configuration (Draadloos netwerk > Interface > Configuratie).
–
Als u een bedrade verbinding wilt configureren, klikt u op Wired
Network > Interface > Configuration (Bedraad netwerk > Interface > Configuratie).
Network > Interface > Configuration (Bedraad netwerk > Interface > Configuratie).
Pingen
U kunt Ping (Pingen) gebruiken om de connectiviteit met een externe host te testen.
Een externe host pingen
1.
Klik op de pagina Diagnostics (Diagnostiek) op Ping (Pingen).
2.
Bij Host voert u het IP-adres of de hostnaam in van de draadloze adapter voor afdrukoplossingen
die u wilt pingen.
die u wilt pingen.
3.
Bij Count (Aantal) voert u het aantal pingpakketten in dat de draadloze adapter voor
afdrukoplossingen naar de host probeert te verzenden. Het standaardaantal pakketten is 3.
afdrukoplossingen naar de host probeert te verzenden. Het standaardaantal pakketten is 3.