Xerox Phaser EX7750 用户指南

In de Setup configureert u de EX7750 voor communicatie met andere apparaten en 
voor het beheer van afdruktaken. U moet dit installatieprogramma uitvoeren wanneer 
u de EX7750 voor de eerste keer inschakelt nadat u nieuwe systeemsoftware hebt 
geladen of wanneer de serversoftware opnieuw is geïnstalleerd. U moet de Setup ook 
uitvoeren na het gebruiken van de herstel/update-cd. De eerste Setup moet worden 
uitgevoerd vanaf het bedieningspaneel van de EX7750 of vanaf de FACI. Latere 
wijzigingen van de Setup kunnen evenwel worden uitgevoerd met WebSetup van de 
WebTools.

Voer de volgende Setup-opties uit, in de volgorde waarin ze worden vermeld:

•

—om systeemopties op te geven.

•

—om alle actieve netwerksystemen te specificeren die 

afdruktaken naar de EX7750 doorgeven.

•

—om op te geven hoe afdruktaken en wachtrijen worden 

beheerd.

Dit zijn de minimale instellingen die zijn vereist om met de EX7750 te 

kunnen afdrukken. Als u netwerkinstellingen wilt configureren in de Setup, hebt u een 
actieve netwerkverbinding nodig zodat de EX7750 in het netwerk kan zoeken naar 
zones, servers en wachtrijen op servers.

Wanneer u de Setup uitvoert vanaf het bedieningspaneel, selecteert u één voor één uw 
menu’s en voert u informatie in over uw EX7750 en uw netwerk- en afdrukomgeving. 
In elk Setup-scherm wordt op de laatste regel van het weergavescherm de naam van het 
huidige instelmenu vermeld. De meeste menu’s die u ziet, worden weergegeven in het 
overzicht van het bedieningspaneel, in de vorm van een stroomdiagram dat u vanaf het 
bedieningspaneel kunt afdrukken.

Voor een inleiding tot de instelling van de EX7750 en gedetailleerde instructies over 
het instellen van de EX7750 vanaf het bedieningspaneel en vanaf een Windows-
computer met gebruik van Command WorkStation of WebSetup, kunt u de 
Configuratiegids raadplegen.