Xerox Phaser EX7750 安装指南

下载
页码 218
 
xiii
Inleiding
 
Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die verantwoordelijk is voor de integratie 
van de Xerox EX7750 in een bedrijfsomgeving waarin pc’s via een netwerk met elkaar 
zijn verbonden. Nadat de Xerox EX7750 en clientwerkstations zijn ingesteld, kunnen 
afzonderlijke gebruikers afdrukken naar de Xerox EX7750 als een hoogwaardige 
kleurprinter. 
In deze handleiding wordt beschreven hoe u netwerkservers en -clients instelt voor 
gebruik met de Xerox EX7750 en hoe u gebruikerssoftware installeert en het 
afdrukken vanaf Microsoft Windows- en Mac OS-computers kunt instellen. Voor 
algemene informatie over het gebruik van de printer, uw computer, uw toepassingen 
of uw netwerk raadpleegt u de handleidingen bij de desbetreffende producten.
 
O
 
PMERKING
 
 
De term “EX7750” wordt in deze handleiding gebruikt om te verwijzen 
naar de Xerox EX7750. In illustraties wordt de naam “Aero” gebruikt voor de EX7750. 
De term “Windows” verwijst naar Windows 2000 en Windows XP, zoals van 
toepassing. De term “Setup” wordt gebruikt om te verwijzen naar de configuratie 
van de EX7750 voor optimale prestaties in uw netwerkomgeving. Dit omvat ook de 
instellingen die betrekking hebben op alle taken. De beheerder kan de Setup uitvoeren 
vanaf het Bedieningspaneel, via de FieryBar en vanuit Fiery
 
®
 
 WebSetup en Command 
Workstation
 
®
 
 
O
 
PMERKING
 
 
De term “hulpmiddelen voor taakbeheer” wordt gebruikt om te verwijzen 
naar Command WorkStation, Command WorkStation LE en Fiery Spooler.
De EX7750 biedt ondersteuning voor WebTools
 
 
 en software voor Command 
WorkStation/Command WorkStation LE, waarmee een operator alle taken kan 
beheren die naar de EX7750 worden verzonden. Hoewel dit niet overal het geval hoeft 
te zijn, wordt er in de documentatie van dit product van uitgegaan dat er een operator 
is aangesteld, die verantwoordelijk is voor het controleren en beheren van alle taken die 
zijn verzonden door gebruikers van externe werkstations.
Extra connectiviteitsfuncties of beheerfuncties die specifiek zijn voor de printer, 
worden beschreven in de
 
 Afdrukgids
 
 of in de 
 
Versienotities.
Inleiding