Xerox Phaser 7300 安装指南
Windows NT 4.x-netwerk
Phaser® 7300-kleurenprinter
19
14.
Klik op Bladeren en selecteer de map met de Windows NT-stuurprogramma’s.
15.
Selecteer het bestand *.INF.
16.
Klik op Openen. U keert terug naar het vorige dialoogvenster. Controleer of het pad en de
bestandsnaam correct zijn en klik op OK.
bestandsnaam correct zijn en klik op OK.
17.
In het volgende dialoogvenster voert u een naam voor de printer in en geeft u aan of deze printer
de standaardprinter is. Klik op Volgende>.
de standaardprinter is. Klik op Volgende>.
18.
Als de printer niet wordt gedeeld, klikt u op Volgende>. Als de printer wel wordt gedeeld, voert u
een Sharenaam in, kruist u het selectievakje voor delen aan en klikt u op Volgende>.
een Sharenaam in, kruist u het selectievakje voor delen aan en klikt u op Volgende>.
19.
In het volgende dialoogvenster wordt u aangeraden een testafdruk te maken. Klik op Voltooien.
20.
Wacht tot de testafdruk wordt afgedrukt. In een volgend dialoogvenster wordt u gevraagd de
testafdruk te bevestigen. Klik op Ja.
testafdruk te bevestigen. Klik op Ja.
21.
Verzend een afdruktaak naar de printer.
22.
Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Als er problemen met de afdrukkwaliteit zijn of
als de taak niet is afgedrukt, raadpleegt u de richtlijnen voor probleemoplossing op de
interactieve documentatie-cd-rom om het probleem op te lossen of raadpleegt u PhaserSMART
via het tabblad Problemen oplossen van het stuurprogramma van de printer.
als de taak niet is afgedrukt, raadpleegt u de richtlijnen voor probleemoplossing op de
interactieve documentatie-cd-rom om het probleem op te lossen of raadpleegt u PhaserSMART
via het tabblad Problemen oplossen van het stuurprogramma van de printer.
Stappen voor snel installeren (AppleTalk-protocol)
Opmerking
Voordat AppleTalk beschikbaar is op een NT 4.x-server, moeten Macintosh-services worden
geïnstalleerd.
geïnstalleerd.
1.
Klik vanaf het bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Netwerkomgeving en
selecteer Eigenschappen.
selecteer Eigenschappen.
2.
Klik op het tabblad Protocollen en controleer of het AppleTalk-protocol is geladen.
3.
Als de AppleTalk-software niet aanwezig is, installeert u deze volgens de beschrijving in de door
Microsoft verschafte documentatie. Vervolgens keert u terug naar dit document.
Microsoft verschafte documentatie. Vervolgens keert u terug naar dit document.
4.
Open het Configuratiescherm en dubbelklik op het pictogram Printers.
5.
Dubbelklik op Printer toevoegen. De wizard Printer toevoegen wordt gestart.
6.
Zorg dat Deze computer is geselecteerd en klik op Volgende>.
7.
Klik op Poort toevoegen.
8.
Selecteer AppleTalk-afdrukapparatuur en klik op Nieuwe poort.
9.
Klik op Ethernet en selecteer het apparaat.
10.
Kies uw printer uit de lijst en klik op OK.
11.
Klik op OK. U keert terug naar het vorige dialoogvenster. Controleer of de poortnaam die u hebt
ingevoerd, in de lijst wordt weergegeven en juist is. Zorg dat het selectievakje links van de
poortnaam is ingeschakeld (aankruisen indien dit niet het geval is), en kies daarna Volgende>.
ingevoerd, in de lijst wordt weergegeven en juist is. Zorg dat het selectievakje links van de
poortnaam is ingeschakeld (aankruisen indien dit niet het geval is), en kies daarna Volgende>.
12.
Plaats de cd met printerinstallatieprogramma en hulpprogramma’s in het cd-rom-station van
de computer en klik op Diskette.
de computer en klik op Diskette.
13.
Klik op Bladeren en selecteer de map met de Windows NT-stuurprogramma’s:
<cd-station>:\instal\winnt40. Klik vervolgens op Openen.
<cd-station>:\instal\winnt40. Klik vervolgens op Openen.