Xerox Phaser 7760 产品宣传页
Speciale taaktypen afdrukken
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-28
Testafdruktaken en opgeslagen taken afdrukken of verwijderen
Voor het afdrukken van een opgeslagen afdruktaak, het afdrukken van de resterende
exemplaren van een testafdruktaak of voor het verwijderen van een opgeslagen afdruktaak of
een testafdruktaak, selecteert u de taaknaam op het bedieningspaneel:
exemplaren van een testafdruktaak of voor het verwijderen van een opgeslagen afdruktaak of
een testafdruktaak, selecteert u de taaknaam op het bedieningspaneel:
1.
Selecteer
Functies van Walk-Up
en druk op OK.
2.
Selecteer
Testafdruktaken
of
Opgeslagen afdruktaken
en druk op OK.
3.
Selecteer uw opdrachtnaam en druk op OK.
4.
Selecteer
Afdrukken en verwijderen
(voor testafdrukken),
Afdrukken en opslaan
(voor
opgeslagen afdrukken) of
Verwijderen
en druk op OK.
5.
Schuif wanneer u bezig bent met afdrukken naar het gewenste aantal exemplaren en druk
op OK om de taak af te drukken.
op OK om de taak af te drukken.
Persoonlijke opgeslagen taken afdrukken of verwijderen
Selecteer de opdrachtnaam op het bedieningspaneel om een persoonlijke opgeslagen
afdruktaak af te drukken of te verwijderen:
afdruktaak af te drukken of te verwijderen:
1.
Selecteer
Functies van Walk-Up
en druk op OK.
2.
Selecteer
Persoonlijke
opgeslagen afdruktaken
en druk op OK.
3.
Selecteer uw opdrachtnaam en druk op OK.
4.
Blader naar het eerste correcte cijfer van het numerieke wachtwoord en druk op OK om
het desbetreffende cijfer te accepteren.
het desbetreffende cijfer te accepteren.
5.
Herhaal stap 4 voor het tweede, derde en vierde cijfer.
Opmerking:
Als u in het veld Wachtwoord van het stuurprogramma minder dan vier
cijfers heeft ingevoerd, voert u via het bedieningspaneel nullen in vóór het wachtwoord
om het wachtwoord aan te vullen tot vier cijfers. Als u bijvoorbeeld 222 in het
stuurprogramma heeft ingevoerd, voert u
om het wachtwoord aan te vullen tot vier cijfers. Als u bijvoorbeeld 222 in het
stuurprogramma heeft ingevoerd, voert u
0222
in op het bedieningspaneel. Gebruik de
toets Terug om naar een vorig cijfer terug te keren.
6.
Als u meer dan één persoonlijke opgeslagen afdruktaak met dat wachtwoord heeft
ingevoerd, selecteert u de gewenste taak of selecteert u
ingevoerd, selecteert u de gewenste taak of selecteert u
Allemaal
en drukt u op OK.
7.
Selecteer
Afdrukken en verwijderen
of
Verwijderen
en druk op OK om de taak af te
drukken of te verwijderen.