Xerox Phaser 5400 用户指南

下载
页码 126
 
 
Als zich een van de volgende omstandigheden voordoet, moet u de printer 
onmiddellijk uitschakelen, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken 
en een gemachtigde servicevertegenwoordiger bellen.
 
 
Het netsnoer is beschadigd of gerafeld.
 
 
Er is vloeistof in de printer gemorst.
 
 
De printer is blootgesteld aan water.
 
 
Een onderdeel van de printer is beschadigd.
 
Veiligheid bij het onderhoud
 
 
Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn 
beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd.
 
 
Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Het gebruik van 
verbruiksartikelen die niet zijn goedgekeurd, kan tot slechte prestaties leiden en 
gevaarlijke situaties tot gevolg hebben.
 
 
Verwijder geen kappen of beschermplaten die met schroeven zijn bevestigd, tenzij 
u optionele apparatuur installeert en specifieke instructies hebt ontvangen om dit 
te doen. Het netsnoer moet van de printer worden losgekoppeld als u optionele 
apparatuur installeert. Achter deze kappen bevinden zich geen onderdelen die de 
gebruiker zelf kan onderhouden of repareren.
 
Veiligheid bij de bediening
 
Het ontwerp van uw printer en de bijbehorende verbruiksartikelen is getest en voldoet 
aan strenge veiligheidseisen. Deze veiligheidseisen bepalen dat een product moet 
worden onderzocht door een veiligheidsinstantie, moet worden goedgekeurd en moet 
voldoen aan de opgestelde milieunormen.
Als u de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht neemt, bent u verzekerd van een 
ononderbroken veilige werking van uw printer.
 
 
Gebruik specifiek voor de printer ontworpen materialen en verbruiksartikelen. 
Gebruik van ongeschikte materialen kan resulteren in slechte prestaties en kan 
mogelijk leiden tot gevaarlijke situaties.
 
 
Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen op die op de printer zijn aangegeven of 
die bij de printer, de bijbehorende verbruiksartikelen en de optionele onderdelen 
worden geleverd.
 
 
Plaats de printer in een stofvrije, goed geventileerde ruimte waar de temperatuur 
minimaal 5 graden C en maximaal 35 graden C is (41 graden F tot 95 graden F) en 
de relatieve luchtvochtigheid schommelt tussen de 15  en 85 procent.
 
 
Plaats de printer in een vertrek waar voldoende ruimte is voor ventilatie, 
bediening en onderhoud. De aanbevolen minimale ruimte is 76 cm (29,9 inch) 
vóór de printer, 50 cm (19,7 inch) boven de printer, 30 cm (11,8 inch) achter de 
printer, 20 cm (7,9 inch) aan de zijde van de printer met de uitgang van de 
ventilator en 10 cm (4,0 inch) aan de andere zijde. Bedek of blokkeer de sleuven en 
openingen in de printer niet. Bij onvoldoende ventilatie kan de printer oververhit 
raken.
 
 
Gebruik de printer voor optimale prestaties op hoogtes onder 2500 meter 
(8200 ft.). Gebruik op hoogtes boven 2500 meter (8200 ft.) valt buiten de 
operabiliteitsgrenzen.
 
 
Plaats de printer niet in de buurt van een warmtebron.