Xerox Phaser 3124 用户指南

下载
页码 77
5.3   
<Afdrukmedia plaatsen>
Richtlijnen voor het selecteren en opslaan 
van afdrukmedia
Houd de volgende richtlijnen in gedachte wanneer u papier, enveloppen 
of andere afdrukmedia kiest:
• Gebruik alleen afdrukmedia die voldoen aan de specificaties 
in de volgende kolom.
• Als u probeert af te drukken op vochtig, gekruld, verkreukeld 
of gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte 
afdrukkwaliteit tot gevolg hebben.
• Gebruik, voor een optimale afdrukkwaliteit, alleen hoogwaardig 
papier van kopieerkwaliteit speciaal voor laserprinters.
• Vermijd de volgende typen afdrukmedia:
- Papier met reliëf, perforaties of een oppervlak dat te ruw 
of te glad is
- Wisbaar bankpostpapier
- Kettingpapier
- Synthetisch papier en warmtebestendig papier
- Zelfdoorschrijvend en calqueerpapier. 
• Bij het gebruik van deze papiersoorten kan het papier vastlopen, 
kunnen er chemicaliën vrijkomen en kan de printer schade oplopen.
• Laat afdrukmaterialen in hun verpakking tot u ze gebruikt. Plaats de 
kartonnen dozen op pallets of in rekken, niet op de grond. Zet geen 
zware voorwerpen op het papier, ongeacht of het zich in de verpakking 
bevindt. Vermijd vocht of andere omstandigheden waardoor het papier 
kan gaan krullen of kreuken.
• Bewaar ongebruikte afdrukmedia bij een temperatuur tussen 15°C 
en 30°C. De relatieve luchtvochtigheid moet tussen 10 en 70% liggen.
• Bewaar onbedrukte afdrukmaterialen in een vochtbestendige 
verpakking, zoals een plastic doos of zak, om te vermijden dat 
uw papier aangetast wordt door vocht en stof.
• Voer speciale typen afdrukmedia vel voor vel in via de handmatige 
invoer om te voorkomen dat deze vastlopen.
• U kunt voorkomen dat afdrukmaterialen, zoals transparanten 
en vellen met etiketten, aan elkaar blijven kleven, door elk 
vel te verwijderen zodra het is afgedrukt.
Voorzichtig
• Als u 20 enveloppen na elkaar afdrukt, kan het oppervlak van de 
bovenklep erg warm worden. Wees voorzichtig.
Richtlijnen voor speciale afdrukmedia
Type
Richtlijnen
Enveloppen
• Of enveloppen goed worden bedrukt, is 
afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. 
Houd, bij de keuze van enveloppen, rekening 
met de volgende factoren:
- Gewicht: het enveloppapier mag niet 
meer dan 90 g/m
2
 wegen, anders kunnen 
papierstoringen optreden.
- Ontwerp: voor het afdrukken moeten de 
enveloppen plat worden gelegd; ze mogen 
niet meer dan 6 mm uitsteken en geen lucht 
bevatten.
- Voorwaarde: de enveloppen mogen 
niet verkreukt, gescheurd of anderzijds 
beschadigd zijn.
- Temperatuur: gebruik enveloppen die bestand 
zijn tegen de warmte en druk van de printer 
tijdens het afdrukken.
• Gebruik alleen goed gevormde enveloppen 
met scherpe vouwen.
• Gebruik geen enveloppen met postzegels.
• Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, 
knipsluiting, vensters, gevoerde of zelfklevende 
enveloppen, of enveloppen met andere 
synthetische materialen.
• Gebruik geen enveloppen van slechte kwaliteit 
of beschadigde exemplaren.
• Controleer of de naad aan beide uiteinden van 
de envelop helemaal uitloopt tot in de hoek 
van de envelop.
• Enveloppen met een hechtstrook of met 
meer dan één sluitklep moeten zijn voorzien 
van kleefmiddelen die bestand zijn tegen de 
fixeertemperatuur van de printer van 180°C 
gedurende 0,1 seconde. De extra kleppen en 
hechtstroken kunnen vouwen, kreukels of zelfs 
papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs 
de fixeereenheid beschadigen.
• Voor de beste afdrukkwaliteit moeten de marges 
minimaal 15 mm van de rand van de envelop 
blijven.
• Druk niet af over de plaats waar de naden 
van de envelop samenkomen.
Aanvaardbaar
Onaanvaardbaar