Fujifilm FUJIFILM X10 业主指南
27
Me
er
o
o
v
er
f
f
o
to
gr
afi
afi
e
Opnamestanden
C1/C2
C1/C2: AANGEPAST
: AANGEPAST
In de opnamestanden P, S, A, M en alle
EXR-standen behalve
EXR-standen behalve
R kan de optie
K AANGEP. INSTELLEN in het menu
Opnamestanden (
Opnamestanden (
P 87) worden gebruikt
om de huidige camera en menu-instellin-
gen op te slaan. Deze instellingen worden
weer opgeroepen wanneer de functie-
knop op C1/C2 (aangepast) wordt gezet.
gen op te slaan. Deze instellingen worden
weer opgeroepen wanneer de functie-
knop op C1/C2 (aangepast) wordt gezet.
Menu/instel-
Menu/instel-
ling
ling
Instellingen opgeslagen
Instellingen opgeslagen
Opna-
Opna-
mestanden
mestanden
N ISO, O BEELDGROOTTE, T BEELD-
KWALITEIT,
KWALITEIT,
U DYNAMISCH BEREIK,
P FILMSIMULATIE, d WB VERSCHUIVING,
f KLEUR, H SHERPTE, r HIGHLIGHT
TINT,
f KLEUR, H SHERPTE, r HIGHLIGHT
TINT,
s SCHADUWTINT, h GELUIDS-
REDUCTIE,
R INTELL. DIGITALE ZOOM,
b GEZICHTSDETECTIE, n GEZICHTSHER-
KENNING,
KENNING,
F SCHERPSTELLING, I FLITS-
LICHT,
g EXTERNE FLITSER
Instellingen
Instellingen
C
AF-HULPLICHT
,
j RAW
Overige
Overige
Meting (
AE
), witbalans (
WB
), continu/serie
stand (
DRIVE
), macrostand (
F
), fl itsstand (
N
),
programma shift, sluitersnelheid, lensope-
ning, scherm weergave-opties (
ning, scherm weergave-opties (
DISP/BACK
)
3
Eenmaal de camera uitgeschakeld is wordt de
Eenmaal de camera uitgeschakeld is wordt de
R
IN-
TELL. DIGITALE ZOOM
ook uitgeschakeld.