Fujifilm FinePix HS20EXR / HS22EXR 业主指南
23
Me
er
o
o
v
er
f
f
o
to
gr
afi
afi
e
Opnamestanden
■
■ E
E Prioriteit
Prioriteit
Kies uit de volgende opties:
•
•
S (RESOL.PRIOR.): Selecteer deze stand voor hel-
dere foto’s.
dere foto’s.
•
T (H.ISO&L.RUIS): Reduceert de hoeveelheid beeld-
ruis in foto´s die worden gemaakt met een hoge
ISO-gevoeligheid.
ruis in foto´s die worden gemaakt met een hoge
ISO-gevoeligheid.
•
U (PRIOR.D-BER.): Verhoogt de hoeveelheid aan
detail dat zichtbaar is in hoge lichten.
detail dat zichtbaar is in hoge lichten.
U DYNAMISCH BEREIK (P 80) kan worden in-
gesteld op
gesteld op
M (1600%) en D (800%).
B
B AUTOMATISCH
AUTOMATISCH
Kies deze opnamestand voor scherpe, heldere fo-
to’s. Deze opnamestand kan vrijwel altijd worden
gebruikt.
to’s. Deze opnamestand kan vrijwel altijd worden
gebruikt.
Adv.
Adv. GEAVANCEERD
GEAVANCEERD
Deze stand combineert de eenvoud van
“mikken-en-klikken” met geavanceerde
fotografi etechnieken. De optie
“mikken-en-klikken” met geavanceerde
fotografi etechnieken. De optie
A Adv.
MODUS in het opnamemenu kan wor-
den gebruikt om de volgende geavan-
ceerde standen te selecteren:
den gebruikt om de volgende geavan-
ceerde standen te selecteren:
■
■ i
i PRO FOCUS
PRO FOCUS
De camera maakt telkens wan-
neer de ontspanknop wordt
ingedrukt maximaal drie foto´s
waarin de achtergrond wordt
verzacht om het hoofdonder-
werp beter te laten uitkomen. De mate van softe-
ning kan voorafgaand aan de opname worden aan-
gepast door de opdrachtknop te draaien. Gebruik
deze stand voor het fotograferen van portretten of
stillevens van bloemstukken e.d. om foto’s te maken
die lijken op die van spiegelrefl excamera’s.
neer de ontspanknop wordt
ingedrukt maximaal drie foto´s
waarin de achtergrond wordt
verzacht om het hoofdonder-
werp beter te laten uitkomen. De mate van softe-
ning kan voorafgaand aan de opname worden aan-
gepast door de opdrachtknop te draaien. Gebruik
deze stand voor het fotograferen van portretten of
stillevens van bloemstukken e.d. om foto’s te maken
die lijken op die van spiegelrefl excamera’s.
1 Opmerking
De verzachting kan niet worden toegepast op achter-
grondvoorwerpen die zich te dicht bij het onderwerp
bevinden. Wanneer tijdens het scherpstellen de melding
verschijnt dat de camera het eff ect niet kan creëren, ver-
groot dan de afstand tot het onderwerp en zoom iets
meer in. Verzachting kan mogelijk ook niet worden toe-
gepast bij een bewegend onderwerp. Controleer het re-
sultaat wanneer u daarom wordt verzocht en probeer het
eventueel nogmaals.
De verzachting kan niet worden toegepast op achter-
grondvoorwerpen die zich te dicht bij het onderwerp
bevinden. Wanneer tijdens het scherpstellen de melding
verschijnt dat de camera het eff ect niet kan creëren, ver-
groot dan de afstand tot het onderwerp en zoom iets
meer in. Verzachting kan mogelijk ook niet worden toe-
gepast bij een bewegend onderwerp. Controleer het re-
sultaat wanneer u daarom wordt verzocht en probeer het
eventueel nogmaals.