Brother HL-1850 用户指南
HOOFDSTUK 2 AFDRUKKEN VIA TCP/IP
2-3
Afdrukken vanaf Windows 2000/XP
(Printerdriver is nog niet geïnstalleerd)
(Printerdriver is nog niet geïnstalleerd)
Windows 2000/XP-systemen installeren standaard alle nodige software die u
nodig hebt om te kunnen afdrukken. Dit hoofdstuk beschrijft de twee meest
gebruikte configuraties, namelijk afdrukken via de standaard TCP/IP-poort en via
IPP (Internet Printing Protocol). Als u al een printerdriver hebt geïnstalleerd,
kunt u onmiddellijk doorgaan naar de sectie met geïnstalleerde printerdriver.
nodig hebt om te kunnen afdrukken. Dit hoofdstuk beschrijft de twee meest
gebruikte configuraties, namelijk afdrukken via de standaard TCP/IP-poort en via
IPP (Internet Printing Protocol). Als u al een printerdriver hebt geïnstalleerd,
kunt u onmiddellijk doorgaan naar de sectie met geïnstalleerde printerdriver.
Afdrukken via de standaard TCP/IP-poort
1. Selecteer in de map Printers de optie "Printer toevoegen". De wizard
Printer toevoegen wordt gestart. Klik op "Volgende".
2. Selecteer nu de optie Locale printer en schakel de optie "Plug & play
printer automatisch waarnemen" uit.
3. Klik op "Volgende".
4. Vervolgens dient u de juiste poort te selecteren waarmee afdrukken over
4. Vervolgens dient u de juiste poort te selecteren waarmee afdrukken over
het netwerk mogelijk is. Selecteer de optie "Standaard TCP/IP-poort" als
de poort die standaard op Windows 2000/XP-systemen is geïnstalleerd.
de poort die standaard op Windows 2000/XP-systemen is geïnstalleerd.
5. Klik daarna op "Volgende".
6. De wizard "Standaard TCP/IP-poort toevoegen" verschijnt. Klik op
6. De wizard "Standaard TCP/IP-poort toevoegen" verschijnt. Klik op
"Volgende".
7. Voer het IP-adres of de naam in van de printer die u wilt configureren.
De wizard vult de poortnaam automatisch voor u in.
8. Klik op "Volgende".
9. Windows 2000/XP zal nu contact maken met de printer die u hebt
9. Windows 2000/XP zal nu contact maken met de printer die u hebt
gespecificeerd. Als u een verkeerd IP-adres of een verkeerde naam hebt
opgegeven, verschijnt er een foutmelding.
opgegeven, verschijnt er een foutmelding.
10. Klik op "Voltooien" om de wizard af te sluiten.
11. Nu u de poort gespecificeerd hebt, dient u aan te geven welke
11. Nu u de poort gespecificeerd hebt, dient u aan te geven welke
printerdriver u wilt gebruiken. Selecteer de gewenste driver in de lijst
van printers die ondersteund worden. Als u een driver gebruikt die met
de printer op CD-ROM werd meegeleverd, selecteert u de optie
"Diskette" om te bladeren naar de CD-ROM. Of klik op de knop
“Windows Update” om direct toegang te krijgen tot de support-website
van Microsoft waar u de nodige printerdrivers kunt downloaden.
van printers die ondersteund worden. Als u een driver gebruikt die met
de printer op CD-ROM werd meegeleverd, selecteert u de optie
"Diskette" om te bladeren naar de CD-ROM. Of klik op de knop
“Windows Update” om direct toegang te krijgen tot de support-website
van Microsoft waar u de nodige printerdrivers kunt downloaden.
12. Zodra de driver is geïnstalleerd, klikt u op de knop Volgende.
13. Geef een naam op en klik op “Volgende”.
14. Als u de printer wilt delen, voert u de gemeenschappelijke naam in en
13. Geef een naam op en klik op “Volgende”.
14. Als u de printer wilt delen, voert u de gemeenschappelijke naam in en
klikt u op “Volgende”.
15. Klik op "Voltooien" om de wizard af te sluiten.