Arcam fmj p7 用户手册

下载
页码 52
46
47
N
e
d
e
rl
a
n
d
s
FOUTSTATUSAANDUIDINGEN
De onderstaande patronen van de controlelampjes geven de volgende foutsituaties aan:
Status controlelampjes
Beschrijving
Wat gebeurt met de versterker
Alle controlelampjes zijn 
groen.
Dit  is  de  normale  status  van  de  versterker  in 
bedrijf.
Niets
Bij 
het 
aanzetten 
blijven 
alle 
controlelampjes  gedurende  lange  tijd 
rood.
De  versterker  wacht  totdat  de  gelijstroomoffs
etstoringen  zijn  verdwenen.  Een  gelijkstroom-
offsetstoring  kan  ontstaan  als  er  een  te  hoge 
gelijkspanning  staat  op  de  uitgang  van  de 
voorversterker  die  de  P7  voedt.  De  versterker 
werkt  weer  normaal  als  de  lijnen  binnen  20 
seconden weer storingsvrij zijn. 
Om te controleren of er sprake is van een te hoge 
gelijkspanning,  verwijdert  u  de  doorverbonden 
signaalkabels  (terwijl  de  P7  is  uitgeschakeld)  en 
zet  u  de  P7  weer  aan.  De  storing  zou  moeten  zijn 
verholpen.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik 
knipperen een of meer controlelampjes 
groen, terwijl de overige controlelampjes 
continu rood branden.
De  stroomstoring  kan  niet  worden  verholpen. 
Controlelampjes geven aan welke onderdelen van 
de versterker met een gelijkstroom-offsetstoring 
te  maken  hebben.  Het  kan  ook  zijn  dat  er  op 
hetzelfde  kanaal  binnen  12  seconden  na  het 
opheffen  van  een  eerdere  gelijkstroomoffsetst
oring  opnieuw  een  gelijkstroomoffsetstoring  is 
opgetreden.
De  versterker  valt  uit.  U  moet  het  apparaat  met 
de  aan/uit-schakelaar  uit  en  weer  aanzetten  om 
de  versterker  te  resetten  (u  kunt  de  trigger  NIET 
gebruiken de versterker te resetten).
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik 
knipperen een of meer controlelampjes 
groen, terwijl de overige controlelampjes 
NIET continu rood branden.
De  versterker  probeert  een  gelijkstroom-
offsetstoring te verhelpen op het kanaal waarvan 
een groen controlelampje knippert.
De  versterker  dempt  het  gestoorde  kanaal  en  het 
kanaal waarmee het een paar vormt. De versterker 
blijft twee seconden lang in deze toestand of (als dat 
zich eerder voordoet) totdat de storing verdwijnt.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik 
knipperen een of meer controlelampjes 
rood, terwijl de overige controlelampjes 
continu rood branden.
Een  kortsluiting  kan  niet  worden  verholpen. 
De  knipperende  rode  controlelampjes  geven 
aan  in  welke  onderdelen  van  de  versterker  de 
kortsluiting  optreedt.  Het  kan  ook  zijn  dat  er 
binnen  12  seconden  na  het  verhelpen  van  een 
eerdere kortsluiting op hetzelfde kanaal opnieuw 
een kortsluiting is opgetreden.
De  versterker  valt  uit.  U  moet  het  apparaat  met 
de  aan/uit-schakelaar  uit  en  weer  aanzetten  om 
de  versterker  te  resetten  (u  kunt  de  trigger  NIET 
gebruiken de versterker te resetten).
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik 
knipperen een of meer controlelampjes 
rood, terwijl de overige controlelampjes 
NIET continu rood branden.
De  versterker  probeert  een  kortsluiting  te 
verhelpen  op  het  kanaal  waarvan  een  rood 
controlelampje knippert.
De  versterker  dempt  het  gestoorde  kanaal  en  het 
kanaal waarmee het een paar vormt. De versterker 
blijft  een  halve  seconde  lang  in  deze  toestand  of 
(als  dat  zich  eerder  voordoet)  totdat  de  storing 
verdwijnt.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik 
knipperen een of meer controlelampjes 
oranje.
De versterker probeert een oververhittingsstoring 
te verhelpen op  het  kanaal  waarvan  een oranje 
controlelampje knippert.
De  versterker  dempt  het  kanaal  met  de  storing 
en  het  kanaal  waarmee  het  een  paar  vormt,  en  de 
ventilator wordt ingesteld op maximumsnelheid. De 
versterker  blijft  in  deze  toestand  totdat  het  kanaal 
afgekoeld is.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik 
knippert  een  controlelampje  oranje, 
terwijl  de  overige  controlelampjes 
continu rood branden.
Er is binnen 12 seconden na het verhelpen van een 
eerdere oververhitting een nieuwe oververhitting 
opgetreden op hetzelfde kanaal. De knipperende 
controlelampjes geven aan welke onderdelen van 
de versterker oververhit zijn.
De versterker houdt ermee op. U moet het apparaat 
met de aan/uit-schakelaar uit- en weer aanzetten om 
de versterker te resetten (als u de trigger uit- en weer 
inschakelt, wordt de versterker ook gereset).
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik 
knipperen alle controlelampjes oranje.
De  versterker  probeert  een  oververhitting 
op  meer  dan  één  kanaal  te  verhelpen  of  de 
transformators zijn oververhit.
De  versterker  dempt  alle  kanalen  en  de  ventilator 
wordt ingesteld op maximumsnelheid. De versterker 
blijft  in  deze  toestand  totdat  alle  kanalen  af  zijn 
gekoeld of de transformators zijn afgekoeld.
Bij 
normaal 
gebruik 
zijn 
alle 
controlelampjes 
continu rood.
Er  is  een  oververhitting  opgetreden  op  een  of 
meer  kanalen  of  de  transformators  zijn  binnen 
12 seconden na het verhelpen van een eerdere 
oververhitting opnieuw oververhit geraakt.
De  versterker  valt  uit.  U  moet  het  apparaat  met 
de aan/uit-schakelaar uit- en weer aanzetten om de 
versterker te resetten (als u de trigger uit- en weer 
inschakelt, wordt de versterker ook gereset).
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik 
knipperen een of meer controlelampjes 
oranje, 
terwijl 
de 
overige 
controlelampjes 
groen knipperen.
Er  is  een  gelijkstroomoffsetstoring  ontstaan  op 
een of meer kanalen terwijl geprobeerd werd een 
meervoudige oververhittingsstoring te verhelpen.
De  versterker  valt  uit.  U  moet  het  apparaat  met 
de aan/uit-schakelaar uit- en weer aanzetten om de 
versterker te resetten (als u de trigger uit- en weer 
inschakelt, wordt de versterker NIET gereset).
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik 
knipperen een of meer controlelampjes 
oranje, 
terwijl 
de 
overige 
controlelampjes 
rood knipperen.
Er  is  een  kortsluiting  ontstaan  op  een  of 
meer  kanalen  terwijl  geprobeerd  werd  een 
meervoudige oververhittingsstoring te verhelpen.
De  versterker  valt  uit.  U  moet  het  apparaat  met 
de aan/uit-schakelaar uit- en weer aanzetten om de 
versterker te resetten (als u de trigger uit- en weer 
inschakelt, wordt de versterker ook gereset)