Panasonic SC-PT480 操作指南

下载
页码 90
stap 1 
Opstelling 
stap 2 
Aansluitingen 
De manier waarop u uw luidsprekers opstelt, kan van invloed zijn op de  
lage tonen en het geluidsveld.  
Let op de volgende punten:  
≥ Plaats de luidsprekers op een platte, stevige ondergrond.  
≥ Als u de luidsprekers te dicht bij vloeren, muren en hoeken plaatst, 
kunnen de lage tonen te sterk worden. Bedek muren en ramen met 
dikke gordijnen. 
≥ Raadpleeg pagina 20 voor optionele muurbevestiging. 
[Opmerking] 
Plaats uw luidsprekers op minimaal 10 mm afstand van het systeem om 
te zorgen voor een goede ventilatie.  
Voorbeeld van instelling (“Surroundind. (Aanbevolen)”: Standaard  
surround-opstelling)  
Plaats de voor-, midden- en surround-luidsprekers op ongeveer 
dezelfde afstand van de zitpositie. De hoeken in het schema zijn 
benaderingen.  
Hoofdapparaat
§1 
Middenluidspreker
§2 
Voorluidspreker 
(links) 
Voorluidspreker 
(rechts) 
60° 
Subwoofer
§3 
120° 
Een binnenantenne gebruiken 
Surroundluid 
Surroundluid 
spreker (links) 
spreker (rechts) 
§1  Plaats de luidsprekers zo dat er ten minste 5 cm ruimte rondom 
overblijft voor voldoende ventilatie. 
§2  Plaats deze op een rek of plank. Door de luidspreker veroorzaakte
trillingen kunnen het beeld verstoren als de luidspreker rechtstreeks 
op de TV wordt geplaatst. 
§3  Plaats deze rechts of links van de TV, op de vloer of op een stevige 
plank zodat de subwoofer geen trillingen veroorzaakt. Zet hem op
ongeveer 30 cm afstand van de TV. 
Afhankelijk van de kamerinrichting, zou u alle luidsprekers vooraan 
(“Ind. voorluids. (Alternatief)”) (B 8, Instellingen voor EENVOUDIGE 
INST) kunnen gebruiken. 
Opmerkingen met betrekking tot het gebruik van de 
luidspreker 
Gebruik alleen de meegeleverde luidsprekers 
Het gebruik van andere luidsprekers kan leiden tot beschadiging van 
het apparaat en vermindering van de geluidskwaliteit. 
≥ Uw luidsprekers raken mogelijk beschadigd en gaan mogelijk minder 
lang mee als u het volume lange tijd hard zet. 
≥ Zet het volume in de onderstaande gevallen lager om schade te 
voorkomen: 
– Wanneer er vervormd geluid wordt weergegeven. 
– Wanneer de luidsprekers galmen onder invloed van een 
platenspeler, ruis van FM-uitzendingen of aanhoudende signalen 
van een oscillator, een testschijfje of een elektronisch instrument.
– Wanneer u de geluidskwaliteit afstelt. 
– Wanneer u het apparaat aan- of uitzet. 
Als er ongewone kleuren op uw TV verschijnen
De middenluidspreker is bedoeld om dicht bij een TV te worden 
geplaatst, maar het beeld kan met sommige TV’s en in sommige 
opstellingscombinaties toch worden aangetast.
Zet de TV ongeveer 30 minuten uit wanneer dit gebeurt.
De demagnetiserende functie van de TV zou het probleem moeten
verhelpen. Als het probleem zich toch blijft voordoen, plaats de 
luidsprekers dan verder af van de TV. 
Let op 
≥ Het hoofdapparaat en de meegeleverde luidsprekers mogen
alleen worden gebruikt zoals in dit overzicht wordt aangegeven
om schade van de versterker en/of de luidsprekers en
brandgevaar te voorkomen. Raadpleeg een erkende vakman in
geval van schade of wanneer het apparaat zich plotseling 
anders gedraagt. 
≥ Probeer deze luidsprekers niet op een andere dan de in deze 
handleiding beschreven wijze aan de muur te bevestigen. 
Let op 
Raak het gedeelte met het gaas aan de voorzijde van de luidsprekers 
niet aan. Houd de luidsprekers vast aan de zijkanten. 
Zet alle apparatuur uit voordat u de aansluiting tot stand brengt en lees 
de betreffende gebruiksaanwijzing. 
Sluit het netsnoer pas aan nadat u alle andere 
aansluitingen tot stand hebt gebracht. 
Luidsprekeraansluitingen 
Let bij het plaatsen van de luidsprekers op het type luidspreker en de 
kleur van de connector. 
Hoofdapparaat (achter)  
Verbinden met de aansluitingen die dezelfde kleur hebben.
De stickers voor de luidsprekerskabel zijn handig wanneer u kabels 
moet aansluiten. 
Luidsprekers (achter) 
Steek de draad helemaal in maar let op dat u niet voorbij de 
draadbekleding gaat. 
i: Wit 
j: Blauwe streep 
≥ Let op dat u de luidsprekerdraden niet kruist (kortsluiting) noch 
verwisselt (ompoling) ombeschadiging van de luidsprekers te
vermijden. 
Aansluitingen radioantenne 
FM ANT 
(75  ) 
Plakband 
FM-binnenantenne 
(meegeleverd)  
Plaats deze zijde van de  
antenne waar de ontvangst 
het best is.  
Hoofdapparaat 
(achter) 
Een buitenantenne gebruiken 
Gebruik een buitenantenne als de radio-ontvangst slecht is. 
≥ Maak de antenne los wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. 
≥ Gebruik de buitenantenne niet tijdens een elektrische storm. 
FM ANT 
(75  ) 
Hoofdapparaat 
(achter) 
75  coaxkabel 
(niet meegeleverd) 
FM-buitenantenne 
(Gebruik van een TV­
antenne 
(niet meegeleverd)) 
Laat de antenne 
installeren door een 
vakman. 
NE
DE
RL
AND
RQ
T
X
11
25 
6